De knoppen [MACHINE], [OPDRACHTLIJST] en [HDD OPROEPEN] staan bovenaan het tiptoetsscherm. Als u deze knoppen indrukt, wordt het scherm weergegeven waar u functies kan gebruiken die overeenstemmen met de naam van de knop. Als u drukt op Hulpprogramma/Teller op het bedieningspaneel krijgt u het scherm [HULPMIDDELEN] waarop u verschillende instellingen kunt doorvoeren.
Het scherm [MACHINE] stelt u in staat om verschillende types informatie over de machine weer te geven en instellingen te veranderen.
Voor meer details over het scherm [MACHINE], zie Scherm MACHINE (tiptoetsscherm van de machine).
Op het scherm [OPDRACHTLIJST] kunt u vier schermen weergeven.
Voor meer details over het scherm [OPDRACHTLIJST], zie Overzicht van het scherm OPDRACHTLIJST.
Met het scherm [HDD OPROEPEN] kunt u de op de HDD opgeslagen opdrachten bewerken.
Voor meer details over het scherm [HDD OPROEPEN], zie Scherm HDD OPROEPEN.
Druk op Hulpprogramma/Teller op het bedieningspaneel om het scherm [HULPPROGRAMMA] weer te geven. Het scherm [HULPPROGRAMMA] stelt u in staat verschillende instellingen voor de machine in te stellen.
Voor meer details over het scherm [HULPPROGRAMMA], zie Lijst van instelitems .