Startpagina Opdracht verwerkingScherm HDD OPROEPEN

Scherm [HDD OPROEPEN]

Nr.

Naam

Beschrijving

1

HDD opsl. hoofdm.

Toont de hoofdmap (hoogste locatie). Wanneer dit wordt ingedrukt terwijl de opdrachten in de submap zijn weergegeven, wordt de hoofdmap getoond.

2

Padnaam

Geeft de naam van de huidige geselecteerde submap weer.

3

Voorbeeldpictogram

Geeft de op de HDD opgeslagen opdracht of map als pictogram weer. Indien een wachtwoord werd ingesteld voor de opdracht, verschijnt er een slotje in de plaats van het pictogram.

Als u drukt op het titelgedeelte van het pictogram wordt de lijst volgens type pictogram gesorteerd.

4

[Naam]

Toont dezelfde naam als deze van de vastgehouden opdracht.

Als u drukt op de titel [Naam] wordt de lijst gesorteerd volgens naam.

5

Tabblad [HDD OPROEPEN]

Druk om het scherm [HDD OPROEPEN] weer te geven.

6

[Gebr.naam]

Toont dezelfde gebruikersnaam als deze van de vastgehouden opdracht.

Als u drukt op de titel [Gebruikersnaam] wordt de lijst gesorteerd volgens gebruikersnaam.

7

Bestandsnr

Toont het aantal bestanden in de map die momenteel wordt weergegeven als een lijst.

8

[Naam]

Druk om de mapnaam te veranderen.

9

[Nieuw]

Maakt een map aan in de hoofdmap van de HDD.

10

[Wissen]

Verwijdert de map. Alvorens de map te verwijderen, moet u alle opdrachten in de map verwijderen.

11

[Multi-sel.]

Druk alvorens meerdere vastgehouden opdrachten te selecteren. Druk eerst, selecteer daarna de opdrachten door op de opdrachten te drukken in de opdrachtenlijst. Druk opnieuw op [Mult-sel.] om deze functie te annuleren. De vastgehouden opdracht waarvoor een wachtwoord werd ingesteld, kan niet geselecteerd worden door de rij van die opdracht in te drukken nadat op [Mult-sel.] werd gedrukt.

12

[Alles selecteren]

Wordt ingedrukt om alle opgeslagen taken in de lijst te selecteren. Druk op [Mult-sel.] om deze functie te annuleren. De vastgehouden opdracht waarvoor een wachtwoord werd ingesteld kan niet geselecteerd worden door te drukken op [Alles selecteren].

13

[Wissen]

Wordt ingedrukt om de opgeslagen opdracht te verwijderen.

14

[Oproepen]

Wordt ingedrukt om de opgeslagen opdracht op te roepen. De functie Oproepen biedt drie methodes: [Afdrukken], [Vasthouden] en [Afdrukken & Vasthouden]. U kunt de afdrukhoeveelheid die voor die opdracht werd bepaald, wijzigen.

15

[Ltste upd.]

Toont de datum waarop de opdracht werd opgeslagen op de HDD.

Wanneer u op de titel [Ltste upd.] drukt, wordt de lijst gesorteerd op datum.

16

Scrolltoetsen

Worden gebruikt om de scrollen door de lijst. Het huidige paginanummer en het totale aantal pagina's van de lijst worden tussen de toetsen weergegeven.

17

[Ontgrend.]

Wordt ingedrukt om de vergrendeling van een opdracht die door een wachtwoord is beveiligd, op te heffen. Voer op het scherm [Invoeren wachtwoord] het wachtwoord in en druk op [OK]. Het pictogram voor het vrijgeven van het voorbeeld verschijnt voor de vastgehouden opdracht.

18

Toets om een geselecteerde opdracht te bewerken

Blader toets [] of []: Druk om door een lijst van verschillende geselecteerde opdrachten te bladeren.

19

Geselecteerd bestand

Toont een voorbeeld en de uitvoervoorwaarden van de opdracht die geselecteerd is in de lijst van opdrachten die zijn opgeslagen op de HDD. De opdracht die door een wachtwoord is beveiligd, kan niet worden weergegeven tenzij de vergrendeling is opgeheven.

Indien meerdere vastgehouden opdrachten die op de HDD zijn opgeslagen, geselecteerd zijn, wordt een lijst van deze opdrachten weergegeven.

20

Duplicaatmarkering

Verschijnt wanneer er een andere opdracht met dezelfde naam wordt aangemaakt in de lijst met opdrachten op de HDD.