Het scherm [MACHINE] stelt u in staat om verschillende types informatie over de machine weer te geven en instellingen te veranderen.
Dit onderdeel beschrijft het scherm [MACHINE].
Nr. | Naam | Beschrijving |
---|---|---|
1 | Tabblad [MACHINE] | Toont het scherm [MACHINE]. |
2 | Info.geluid/Spraak AAN/UIT | Schakelt alle informatiegeluiden of stemmen IN of UIT. |
3 | Help | Geeft het helpbericht weer waarin informatie wordt gegeven over het momenteel weergegeven scherm. Afhankelijk van het scherm kan lichter worden weergegeven. Er kan geen helpbericht worden weergegeven. Wanneer het scherm [MACHINE] wordt weergegeven, worden de instructies voor het leveren van toner en vervangen van de tonerafvalbak aangegeven. |
4 | Indicator uitvoerinformatie | Toont het aantal afdrukken, het aantal sets en het nummer van de huidige opdracht tijdens het afdrukken. |
5 | Indicator informatie machinebeheer | Toont het nummer van de gereserveerde opdracht, de resterende plaats in het geheugen, het aantal originelen en de hoeveelheid van het bestandssysteem. |
6 | Weergave machineconfiguratie | toont de configuratie van de machine en de opties. |
7 | Rolwikkeling RW-101/Rolwikkeling RW-201 StatusLED's | Controleer de status van Rolwikkeling RW-101 en Rolwikkeling RW-201. Wanneer de rolwikkelingen online zijn, staan ze blauw opgelicht. Ze lichten rood op wanneer de rolwikkelingen offline zijn. |
8 | [Gel.start.] / [Gel.stoppen] | Druk bij het geleiden van de media. |
9 | [Formaat] / [Formaat (Eenheid:mm)] | Schakelt het aangepast formaat tussen [Aangepast] en de daadwerkelijke afmetingen in millimeter. De formaten worden standaard in millimeter weergegeven. Schakelen tussen millimeter en inch kan op het scherm [HULPPROGRAMMA]. Zie voor meer informatie Eenheidsinstelling: de eenheid voor de waarden selecteren. |
10 | Indicator papierinformatie | Toont papierformaat, naam en dikte (gewicht). Zie voor meer informatie Papierinstelling. De [Dikte] (μm) is standaard weergegeven. Schakelen tussen [Dikte] (μm) en [Gewicht] (g / m2) kan worden uitgevoerd op het scherm [Instelling gewicht dikte wisselen] van [HULPPROGRAMMA]. Zie voor meer informatie Inst. gewicht dikte schak.. |
11 | [Buitentemp.] en [Vochtigheid buiten] | Toont de buitentemperatuur en de vochtigheid buiten die gedetecteerd worden wanneer de temperatuur- en vochtigheidssensor op de machine gemonteerd zijn. |
12 | Inst.afst.afdr.start. | Schakelt tussen [Normale afstand] en [Test (0m)]. [Normale afstand]: een lengte van de media die zijn ingesteld in Instelling afstand afdruk starten: geef de afstand op waarmee de afdruk wordt getransporteerd voordat het afdrukken wordt gestart. [Test (0m)]: deze instelling helpt bij het verminderen van de hoeveelheid papier die wordt doorgevoerd vóór het afdrukken en bespaart op gebruik van media. |
13 | Instelling Afdrukken stoppen wijzigen | Schakelt tussen [Normaal stoppen] en [Onmiddellijk stoppen]. [Normaal stoppen]: stopt de afgedrukte afbeelding nadat op de Rolwikkeling RW-201 is gewikkeld. [Direct stoppen]: de afgedrukte afbeelding stopt dicht bij de toevoersectie waardoor u de afdrukstatus kunt controleren. |
14 | Indicator instelling papierspanning | Schakel de papierspanning tussen [Auto], [Zwak] en [Sterk]. |
15 | Schakeling functietoetsen machine | Schakelt de weergave van de functietoetsen van de machine. |
16 | Indicator machinestatus/rechts | Toont [Toner], [PM oproepen], [Drum/Dev.], [ORU-M], [Rotatie]. Tot 4 indicators kunnen in groot formaat weergegeven worden. Wanneer 5 of meer indicators worden weergegeven, zullen kleine pictogrammen zonder tekst de indicators vanaf de 5de vervangen. Het maximale aantal items dat weergegeven kan worden is 7 in het totaal, met 3 pictogrammen van normaal formaat en 4 van klein formaat. [Fixeerder A] en [Fixeerder B] kunnen weergegeven worden afhankelijk van de instellingen. Neem contact op met uw leverancier voor details. |
17 | Pictogram zacht-harde toets | Bij het gebruik van het externe paneel in werkelijke tijd kunnen de harde toetsen van het bedieningspaneel weergegeven worden op een computerscherm en op het tiptoetsscherm. Druk op eender welk gedeelte van de zwarte balk wanneer dit pictogram wordt weergegeven. Anders werkt dit niet. Wanneer u naar een ander scherm gaat vanuit het scherm waarop de harde toetsen zijn weergegeven, verdwijnt de weergave van de harde toetsen. Zie voor meer informatie De machine op afstand bedienen (extern paneel). |
18 | Gebied weergave functietoetsen machine | Papierinstelling: Druk om de papierinstellingen in te stellen. Aanp.synchronisatie: Druk om de vergroting en de positie van de afbeelding aan te passen. Aanpassing: Druk om de configuratie van de machine en de aanpassing van het afdrukken in te stellen. Controller: Configureert de controller. P. Inst. rg/wis.: Druk om de papierinstellingen de registreren of te verwijderen. |
19 | Indicator machinestatus/links | Toont de huidige tijd of de status van de image controller. |
20 | Gebied voor de indicators van verbruiksproducten en afval | Toont de huidige status van de tonervoorraad. Meldt tevens via een rode indicator wanneer de tonerafvalbak vol is. Het aantal vervangingen van de tonerfles kan geteld worden. Neem contact op met uw leverancier voor details. |
21 | Tonerinfo. | Toont de huidige status van de tonervoorraad. |
22 | Gebied voor weergave opdracht | Hier wordt de huidige status weergegeven van de opdrachten die met het toestel worden uitgevoerd. Wanneer er onvolledige opdrachten zijn, wordt de toets [Onvoll.historie] weergegeven. |
23 | Zone voor meldingen | Toont berichten met betrekking tot de huidige status van de machine of de bewerking die momenteel vereist is. |
De volgende toetsen worden onderaan in het scherm MACHINE weergegeven: [Papierinstelling], [Aanp.synchronisatie], [Aanpassing], [Controller][In.rg/wis.].
Druk op de toets voor het omschakelen van de weergave om verborgen functietoetsen weer te geven.
U kunt de functietoetsen van de machine voor weergave aanpassen door te drukken op [Systeeminstelling] op het scherm [Menu beheerdersinstelling] en daarna achtereenvolgens te drukken op [Bewerkingsscherm Aanpassen] en [Instelling functietoets Machine].
Voor gedetailleerde informatie over de weergegeven schermen en instellingen wanneer elke toets wordt ingedrukt, zie de volgende beschrijvingen.