Startpagina Instellingen en aanpassingenLijst van instelitems

Lijst van instelitems

01 Gebruikersinstelling

Menu-item/Beschrijving

Items/opties instellen (met standaard in vet)

[01 Systeeminstelling]

[01 Taalinstelling]

Selecteer de taal die moet worden gebruikt op het tiptoetsscherm en in spraakberichten.

Taal gebruikt op LCD: Japans, Hangul,
Taiwanees, Chinees,
Engels, Frans, Duits,
Italiaans, Spaans

Taal in spraakbericht: Engels, Japans, UIT

[02 Eenheidinstelling]

Selecteer de maateenheid voor numerieke waarden die op het tiptoetsscherm weergegeven worden.

mm, Inch(decimaalpunt), Inch(breuk)

[03 Papierinvoerinstelling]

[01 Papierinstelling]

De papierinstellingen registreren of verwijderen. Er kunnen maximaal 500 worden geregistreerd.

Papiertype, Profielnaam, Dikte (Gewicht), Aanp. registratie, Aanp. proces, Import USB-geheugen, Export USB-geheugen

[02 Inst. gewicht dikte schak.]

Schakel tussen eenheden wanneer u papierdikte selecteert.

Gewicht, Dikte

[04 Instelling Reset]

[01 Instelling Auto Reset]

Het scherm dat als standaard scherm werd geselecteerd, keert terug na een bepaalde periode van inactiviteit. Selecteer het tijdsinterval om deze functie te activeren.

UIT, 60 seconden, 120 seconden, 180 seconden, 240 seconden, 300 seconden, 360 seconden, 420 seconden, 480 seconden, 540 seconden

[05 Standaard scherminstelling]

Selecteer het scherm dat moet worden weergegeven wanneer de subvoedingsschakelaar wordt ingeschakeld of Auto Reset is geactiveerd.

MACHINE, OPDRACHTLIJST/ Vastg.opdr., OPDRACHTLIJST/Geres. opdr.

[06 Energiespaarinstelling]

[01 Energiespaarfunctie]
Selecteer de tijd om Auto Spaarstand en Auto uitschakelen te activeren. Selecteer ook het activeren van Auto spaarstand of Auto uitschakelen wanneer u op Spaarstand drukt op het bedieningspaneel.

U kunt ook de voorwaarde van Auto Activ. selecteren om de machine te activeren wanneer een afdrukopdracht ontvangen wordt tijdens Auto uitschakelen.

Auto spaarstand: --- min., 5 min., 10 min., 15 min., 30 min., 60 min., 90 min., 120 min., 240 min.
Auto uitsch.: --- min., 1 min., 30 min., 60 min., 90 min., 120 min., 240 min.
Energiespaarfunctie: Auto spaarst., Auto uitsch.
Voorw. auto activ.: Alle opdrachten

[02 ERP-instelling]

Schakel de hoofdvoedingsschakelaar automatisch uit wanneer de subvoedingsschakelaar wordt uitgezet of wanneer Auto uitschakelen of Auto spaarstand een zekere tijd actief was.

Niet schakelen, 12 uur, 24 uren, 36 uren, 48 uren, 60 uren, 72 uren

[07 Instelling datum/tijd]

Stel de huidige datum en tijd, de zomertijd en het tijdverschil in.

Tijd instellen

Zomertijd: UIT, AAN (1 tot 150 min.)

Tijdzone

[08 Bewerking/Info. Geluidsinst.]

[01 Volume-instelling]

Geef op of een geluid bij het gebruik van toetsen of een informatiegeluid en spraakbericht moet worden weergegeven en stel ook het volume in wanneer ze worden ingeschakeld.

Bedieningsgeluid (zoemer): AAN, UIT,

1 (klein) tot 8 (groot)

Info. geluid/spraak (luidspreker): AAN, UIT; 1 (klein) tot 10 (groot)

[02 Info. Instelling Geluidsitem]

Geef alle items op die zijn voorzien voor informatiegeluiden en spraakberichten.

Instelling Nummer herhalen

 Info. Nr. geluid herhalen: 1 keer, 2 keer, 3 keer

 Nummer spraak herhalen: 1 keer, 2 keer, 3 keer

Opm.inst.voor machinestop

 Papierstoring: Spraak, Info. geluid, UIT

 Papier verschilt: Spraak, Info. geluid, UIT

 Toner bijvullen: Spraak, Info. geluid, UIT

 Service-oproep: Info. geluid, UIT

Overige meldingsinstellingen

 Accept. knop Stop: Spraak, UIT

Geluidsinst.overige info

 Voor start systeem:Info. geluid, UIT

 Voor ontvangst afdrukopdr.: Info. geluid, UIT

[09 Toetsresponstijd]

Selecteer het tijdsinterval om reactie te krijgen van de machine wanneer op een toets op het tiptoetsscherm wordt gedrukt.

Normaal, 0,5 seconden, 1 seconde, 2 seconden, 3 seconden

[10 Servicepoortapparaat]

Geef op of een servicepoortapparaat moet worden gebruikt en selecteer het toetsenbordtype als het servicepoortapparaat wordt gebruikt.

Servicepoortapp.: Aan, Uit

Type toetsenbord: EN65, EN104, JP101, JP106, JP109

[11 Muisinstelling]

Selecteer of de functie wielaandrijving en de functie Auto scrollen cursor gebruikt moeten worden voor wanneer de muis is aangesloten.

Instelling wielaandrijving: AAN, UIT

Bij gebruik van deze functie, stel Lijst scrolsnelheid en Waarde scrolsnelheid in.

Ins.auto.cursorbew.: AAN, UIT

Bij het gebruik van deze functie, stel cursorsnelheid in, annuleer de gevoeligheid en de terugkeer voorkeurpositie van de cursor en de voorkeurbestemming van de cursor.

[02 Algemene instelling]

[Indicatietijd 1 shot mededeling]

Selecteer de tijdsduur voor het weergeven van een 1-malig bericht in het berichtengebied op het tiptoetsscherm.

3 seconden, 5 seconden

[Status vaste taak na uitv.(standaard)]

Selecteer de standaard waarde om de data van de vastgehouden opdracht te verwijderen of op te slaan na uitvoer.

Verwijderen, Opslaan

[Bestemming voor HDD oproepen (std)]

Selecteer de standaard bestemming voor de opdrachtdata die opgeroepen worden van de HDD.

Afdrukken, Vasthouden en Afdrukken & Vasthouden,

[Ban.p.]

Stel in op [AAN] om het afdrukgebied te verlengen naar 1195 mm.

AAN, OFF

[Eenheid restgeheugen]

Selecteer de eenheid voor het weergeven van het resterende geheugen.

%, GB

 [Waarschuwing restgeheugen]

Selecteer het percentage waarop de waarschuwing moet gegeven wanneer het geheugen bijna vol is.

 5 % of minder, 10% of minder

[03 Printerinstelling]

[01 Schetsproces]

Selecteer het schetsproces voor het afdrukken.

Slanke tekst: Zwak+, Zwak, Normaal, Sterk, Sterk+

Halftoon tekstverbetering: Zwak+, Normaal, Sterk+

Aanp.dens.voor.invoerricht.: 0 tot +5

Aanp.dens.achter.invoerricht.: -5 tot 0

02 Beheerdersinstelling

Menu-item/Beschrijving

Items/opties instellen (met standaard in vet)

[01 Systeeminstelling]

[01 Energiespaarinstelling]

[01 Energiespaarfunctie]
Selecteer de tijd om Auto Spaarstand en Auto uitschakelen te activeren. Selecteer ook het activeren van Auto spaarstand of Auto uitschakelen wanneer u op Spaarstand drukt op het bedieningspaneel.

U kunt ook de voorwaarde van Auto Activ. selecteren om de machine te activeren wanneer een afdrukopdracht ontvangen wordt tijdens Auto uitschakelen.

Auto spaarst. --- min., 5 min., 10 min., 15 min., 30 min., 60 min., 90 min., 120 min., 240 min.

Auto uitsch. --- min., 1 min., 30 min., 60 min., 90 min., 120 min., 240 min.

Spaarstandfunctie: Auto spaarstand, Auto uitschakelen

Voorw. auto activ.: Alle opdrachten

[02 ERP-instelling]

Schakel de hoofdvoedingsschakelaar automatisch uit wanneer de subvoedingsschakelaar wordt uitgezet of wanneer Auto uitschakelen of Auto spaarstand een zekere tijd actief was.

Niet schakelen, 12 uur, 24 uren, 36 uren, 48 uren, 60 uren, 72 uren

[02 Instelling datum/tijd]

Stel de huidige datum en tijd, de zomertijd en het tijdverschil in.

Tijd instellen

Zomertijd: UIT, AAN (1 tot 150 min.)

Tijdzone

[03 Instelling weektimer]

[01 Weektimer aan/uit inst.]

Geef op of de functie Weektimer moet worden gebruikt.

Weektimer aan, Weektimer uit

[02 Timerinstelling]

Stel de aan/uit-tijden in uren en minuten in.

-

[03 Timeractie aan/uit inst.]

Stel de voorwaarde Aan/Uit in voor een bepaalde dag van een bepaalde maand.

-

[04 Selecteer de tijd voor de spaarstand]

Stel de machine om in of uit te schakelen tijdens de lunchpauze.

AAN, OFF

[05 Wachtwoord niet-kantooruren]

Stel een wachtwoord in voor het gebruik van de machine door de voeding tijdelijk in te schakelen terwijl de machine Uit is vanwege de functie Weektimer.

0000 (4 digit)

[04 Expertaanpassing]

[01 Printeraanpassing]

[01 Midden centrering]

De beeldpositie aanpassen in kruislingse richting van de printerengine.

Vereiste:

CD-Mag. aanpassing is voltooid.

Aanpassingsbereik:

‑40 (voor) tot +40 (achter)

(1 stap = 0,1  mm)

[02 Aanpassing van vergroting in invoerrichting]

Pas de vergroting aan in de papiertoevoerrichting in de printerengine.

Aanpassingsbereik:

‑100 (kort) tot +100 (lang)

(1 stap = 0,01%)

[03 Aanpassing CD-vergroting]

Pas de vergroting aan in de kruislingse richting in de printerengine.

Aanpassingsbereik:

‑100 (kort) tot +100 (lang)

(1 stap = 0,01%)

[04 Inst.pap.stor.printopdr.]

Stel in of de machine al dan niet gestopt moet worden als papierstoring wanneer een fout in het centreren wordt gedetecteerd. En stel in of al dan niet een bericht moet worden weergegeven met de oorzaak van de storing wanneer de machine stopt als storing.

Inst. pap.stor.niet-centr.: Detecteren, Niet detecteren

Papierstoring ident.display: Weerg., Niet weergeven

[05 Inst.afst.afdr.start.]

Specificeer Inst.afst.afdr.start.

Instelling afstand afdruk starten: 0m, 2m, 4m(stand.), 6m

[06 Instelling doorlopende opdrachtruimte]

Geef de hoeveelheid blanco gebied op die moet worden ingevoegd tussen de opdrachten.

Aanpassingsbereik:

0 tot 50

(1 stap = 1 m)

[02 Procesaanpassing]

[01 Densiteit Voor & achter]

Specificeer de aanpassingswaarde voor de uitvoerspanning voor de overdracht.

Objecten van de aanpassing:

1ste Transfer Y, 1ste Transfer M, 1ste Transfer C, 1ste Transfer K, 1ste Transfer (monochroom) en 2de Transfer voorkant

Aanpassingsbereik: -30 tot +30

[02 Maximum densiteitsaanpassing]

Pas de maximum densiteit aan voor Y, M, C en K. De machine start de automatische gamma-aanpassing nadat u de maximum densiteit hebt veranderd. Wanneer de automatische gamma-aanpassing wordt voltooid, ga naar de kalibratie met de image controller.

Geel: ‑10 (licht) tot +10 (donker)

Magenta: ‑10 (licht) tot +10 (donker)

Cyaan: ‑10 (licht) tot +10 (donker)

Zwart: ‑10 (licht) tot +10 (donker)

[03 Kwaliteitaanpassing]

Pas de afbeeldingskwaliteit aan.

[01 Printer Gamma Offset aanp.]

Wijzig de printergammacurve om de gradatie en de achtergronddensiteit gemarkeerd aan te passen.

Scherm 1 (Y, M, C, K)

Scherm 2 (Y, M, C, K)

Contone (Y, M, C, K)

Stochastisch (Y, M, C, K)

Aanpassingsbereik: ‑128 (lichter) tot +127 (donkerder)

[02 Aangepast scherm]

Selecteer een scherm om te gebruiken voor scherm 1, scherm 2 en stochastisch, respectievelijk.

Scherm 1: Dot270, Dot210, Dot190, Dot175, Dot150, Dot130, Line200, Line180, Line150

Scherm 2: Dot270, Dot210, Dot190, Dot175, Dot150, Dot130, Line200, Line180, Line150

Stochastisch: FM1, FM2, FM3

[03 Controller afb.comp. inst.]

Voer deze instelling uit om de gekartelde omtreklijnen van tekst of lijnafbeeldingen vloeiend te maken.

Afbeeldingscompressie (1200 dpi): Gradatieprioriteit, Resolutieprioriteit

[04 Gradatiecurve elke taginstelling]

Selecteer of de aanpassing gradatiecurve toegelaten is voor elke tag (afbeelding, tekst/grafiek).

Aanp.elke tag uitvoeren, Aanpassing niet uitvoeren

[04 Aanpassing uitvoeren]

Voer elke van de vier aanpassingsbewerkingen handmatig uit.

Autom.gamma aanp., Auto.aanp.kleurenreg., Toner vernieuwen, Belt verversen

[05 Lijst/Teller]

Voer de lijst af van de geheugenfunctie of het audit lograpport. U kunt de hierboven vermelde gegevens ook samen opslaan op het USB-flashstation dat is aangesloten op de USB-poort.

Lijst geh.functie, Lijst gebr.beheer, Beheerlijst gebr., Lst Lettert.patr., Rapport Auditlog

[06 Bewerkingsscherm aanpassen]

[01 Inst. lettertypegewicht]

Selecteer het lettertypegewicht voor het scherm.

Standaard, Vet

[02 Instelling functietoets machine]

Verander de lay-out van de functietoetsen op het scherm [MACHINE].

-

[02 Beheerderregistr.]

Registreer de naam, het extensienummer en het e-mailadres van de beheerder weer. De beheerdersnaam en het toestelnummer worden altijd weergegeven bovenaan rechts op het scherm [HULPPROGRAMMA].

Inst. beheerdersnaam (tot 8 tekens), Instelling toestelnummer (tot 5 cijfers), E-mailadresinstelling

[03 Netwerkinstelling]

[01 NIC-instelling:]

Verschillende NIC-instellingen configureren.

TCP/IP-instelling, NetWare-instelling; instelling HTTP server, SNMP-instelling, instelling AppleTalk, instelling Bonjour, E-mailinstelling, instelling TCP socket, instelling openAPI, instelling Web Service, JSP-instelling, IEEE802.1X-authenticatie-instelling, hotfolder-instelling, Detailinstelling

[02 Initiële e-mailinstelling]

Configureer de basisinstellingen voor email of voer de verzend-/ontvangsttest uit.

Gebruik e-mailsysteem: AAN, UIT

Tijdzone, Trans(SMTP) mail server, SMTP-poortnummer, Trans mail server timeout, Nieuw ontvangen interval, Ontvangen mail server

Type e-mailserver ontvangst: POP3, IMAP , POP3/IMAP poortnummer, Mail ontvangen account, Mail ontvangen wachtwoord, e-mailadres voor Machine

POP (IMAP) before SMTP Auth.: AAN, UIT

SSL-codering van SMTP: AAN, UIT

SSL-codering van POP(IMAP) : AAN, UIT

SMTP authentication: AAN, UIT

Gebr.ID SMTP-authenticatie, SMTP-authenticatiewachtwoord

[03 http-communicatie-instelling]

Configureer de http-communicatie-instellingen.

Proxyserver inschakelen: AAN, UIT, Proxyserver inschakelen, Proxyserveradres, Poort Proxyserver, SSL inschakelen, Authenticatie insch.: AAN/UIT, Authenticatie gebr.naam, Authenticatiewachtwoord

[04 Snelle beveiligingsinst.]

[01 Snel IP filteren]

De toegang tot de machine beperken door middel van het IP-adres (IPv4/IPv6).

Filtermethode: Geen filter, IP-adres synchr., Subnetmasker synchr.

IPv4 toegangsbereik, IPv6 toegangsbereik

[02 Beheerderswachtwoord]

Stel een beheerderswachtwoord in voor de machine waarop de beheerdersauthenticatiefunctie op UIT is ingesteld. De beheerdersauthenticatiefunctie is automatisch INgeschakeld.

Huidig wachtw., Nieuw wachtwoord, Invoerbevestiging

[03 Instelling paswoordreg.]

Selecteer of de wachtwoordregels al dan niet moeten worden ingeschakeld.

Inschakelen, Uitschakelen

[04 Instelling webhulpprogramma's]

Selecteer of de functionaliteit van Web Utilities gebruikt moet worden.

AAN, UIT

[05 PSWC-instelling]

Selecteer of de functionaliteit van PageScope Web Connection gebruikt moet worden.

AAN, UIT

[06 Weerg. beveilig.waarsch.]

Selecteer of het scherm Waarschuwing beveiligingsinstelling moet worden weergegeven.

Weergeven, Niet weergeven

[04 Algemene instelling]

[Indicatietijd 1 shot mededeling]

Selecteer de tijdsduur voor het weergeven van een 1-malig bericht in het berichtengebied op het tiptoetsscherm.

3 seconden, 5 seconden

[Status vaste taak na uitv.(standaard)]

Selecteer de standaard waarde om de data van de vastgehouden opdracht te verwijderen of op te slaan na uitvoer.

Verwijderen, Opslaan

[Bestemming voor HDD oproepen (std)]

Selecteer de standaard bestemming voor de opdrachtdata die opgeroepen worden van de HDD.

Afdrukken, Vasthouden en Afdrukken & Vasthouden,

[Ban.p.]

Stel in op [AAN] om het afdrukgebied te verlengen naar 1195 mm.

AAN, OFF

[Eenheid restgeheugen]

Selecteer de eenheid voor het weergeven van het resterende geheugen.

%, GB

[Waarschuwing restgeheugen]

Selecteer het percentage waarop de waarschuwing moet gegeven wanneer het geheugen bijna vol is.

5 % of minder, 10 % of minder

[05 Systeemverbinding]

[01 Beheerder bellen]

Druk op [Start] om uw leverancier te bellen via CS Remote Care.

Start

[06 Beveiligingsinstelling]

[01 Beheerderswachtwoord]

Wijzig het beheerderswachtwoord.

Zie de Snelgids voor meer informatie over het standaard wachtwoord van de beheerder.  

[02 HDD-beheerinstelling]

[01 Instelling Tijd. geg. verw.]

Geef aan of de tijdelijke afbeeldingsdata in het geheugen al dan niet overschreven moet worden en ook de verwijdermodus voor het verwijderen van tijdelijke data.

Instelschakelaar: AAN, UIT

Wisfunctie: Modus 1, Modus 2

[02 Inst. alle geg.verwijderen]

Selecteer de gewenste verwijdermodus om alle data op de HDD of het niet-vluchtige geheugen van deze machine te verwijderen. Voer ook het verwijderen van alle data uit.

Wisfunctie: Modus 1 tot 8

Verwijderen uitvoeren

[03 Vastgehouden opdracht verw.]

Gebruik deze functie om de vastgehouden opdrachten te verwijderen.

-

[04 HDD-opdracht verwijderen]

Gebruik deze functie om de opdrachten bewaard op de HDD te verwijderen.

-

[05 HDD-herstel/back-up]

Voer een back-up of herstel uit voor de HDD.

[01 HDD ALL-back-up]

Een back-up creëren van alle vastgehouden opdrachten en HDD opdrachten opgeslagen op de HDD op een extern opslagmedium dat verbonden is met de USB-poort.

Start

[02 HDD ALL-herstel]

De back-updata herstellen met [HDD ALL-back-up].

Start

[03 HDD BOX-back-up]

Creëer een back-up van de opdrachten in de back-upmap van de HDD opdracht op een extern medium verbonden met de USB-poort.

Start

[04 HDD BOX-herstel]

De back-updata herstellen met [HDD BOX back-up].

Start

[05 Controller back-up]

Creëer een back-up van instelgegevens opgeslagen op de image controller op een extern opslagmedium verbonden met de USB-poort.

Start

[06 Controller herstellen]

De back-updata herstellen met [Controller back-up].

Start

[06 Auto.verw.periode vast.taken]

Stel de tijd in wanneer de opdrachten in wacht automatisch worden verwijderd.

Niet verwijderen, 12 uur, 1 dag, 2 dagen, 3 dagen, 7 dagen, 30 dagen

[07 Labeltrsp.filmtel.wis.]

Dit menu is voor de onderhoudsingenieurs.

03 Aanp.tiptoetsscherm

Gebruik deze functie om te controleren of de toets op het scherm en de tiptoetssensor correct zijn uitgelijnd, als de machine niet reageert op het correct drukken op het tiptoetsscherm.

04 Snelle beveiligingsinst.

Menu-item/Beschrijving

Items/opties instellen (met standaard in vet)

[01 Snel IP filteren]

De toegang tot de machine beperken door middel van het IP-adres (IPv4/IPv6).

Filtermethode: Geen filter, IP-adres synchr., Subnetmasker synchr.

IPv4 toegangsbereik, IPv6 toegangsbereik

[02 Beheerderswachtwoord]

Stel een beheerderswachtwoord in voor de machine waarop de beheerdersauthenticatiefunctie op UIT is ingesteld. De beheerdersauthenticatiefunctie is automatisch INgeschakeld.

Huidig wachtw., Nieuw wachtwoord, Invoerbevestiging

[03 Instelling paswoordreg.]

Selecteer of de wachtwoordregels al dan niet moeten worden ingeschakeld.

Inschakelen, Uitschakelen

[04 Instelling webhulpprogramma's]

Selecteer of de functionaliteit van Web Utilities gebruikt moet worden.

AAN, UIT

[05 PSWC-instelling]

Selecteer of de functionaliteit van PageScope Web Connection gebruikt moet worden.

AAN, UIT

[06 Weerg. beveilig.waarsch.]

Selecteer of het scherm Waarschuwing beveiligingsinstelling moet worden weergegeven.

Weergeven, Niet weergeven