Voer de aanpassing van de densiteitsbalans in de aanpassingsstroom uit wanneer u het scherm verandert.
De densiteitsbalansaanpassing is vereist wanneer de schermselectie en de automatische gamma-aanpassing de afdrukresultaten niet verbeteren of wanneer u de hoge nauwkeurigheidsaanpassing wilt uitvoeren.
De densiteitsbalansaanpassing meet de uitvoergrafiek met een spectrofotometer en corrigeert de densiteitsbalans automatisch volgens de feedback van het meetresultaat.
De densiteitsbalansaanpassing is vereist wanneer de schermselectie en de automatische gamma-aanpassing de afdrukresultaten niet verbeteren.
In de vooraf uitgevoerde aanpassing van de beeldkwaliteit, wordt deze aanpassing geplaatst zoals hieronder weergegeven.
STAP 1: De densiteitsbalans meten met een spectrofotometer.
STAP 2: De gemeten gegevens van de densiteitsbalans opslaan.
STAP 3: De aangepaste waarde van de densiteitsbalans in de machine registreren.
Meer informatie over de schermselectie vindt u op Schermselectie (Aanpassing stroom bij verandering scherm).
Meer informatie over de automatische aanpassing gamma vindt u op Automatische aanpassing gamma (Gewone aanpassingsstroom (hoge nauwkeurigheid/aanpassingsstroom bij verandering scherm)).
Meer informatie over de controllerkalibratie vindt u op Controllerkalibratie (Gewone aanpassingsstroom (hoge nauwkeurigheid/aanpassingsstroom bij verandering scherm)).
Meer informatie over de geavanceerde controllerkalibratie vindt u op Geavanceerde controllerkalibratie (Gewone aanpassingsstroom (hoge nauwkeurigheid/aanpassingsstroom bij verandering scherm)).
Gebruik het hulpprogramma ProfileMaker Measure om de grafiek te meten voor i1iSis of i1Pro. Installeer het hulpprogramma vooraf.
U kunt het ProfileMaker Measure-hulpprogramma gratis gebruiken op de volgende website. Start de computer opnieuw op na het installeren van het hulpprogramma.
ProfileMaker 5 v5.0.10:
http://www.xrite.com /product_overview.aspx?ID=757&action=support&softwareID=951
Om de spectrofotometer i1iSis te gebruiken, voert u Stap 10 (selecteer [Meten] in het menu) uit, gevolgd door de procedure van "• Voor de spectrofotometer i1iSis."
Om de grafiek te meten voor FD-5BT, gebruikt u ColorCare Measure die bij de FD-5BT of FD-S2w is geleverd. Dit is software die kan worden gedownload van de website. Installeer vooraf een van beiden.
Om de spectrofotometer FD-5BT te gebruiken, voert u Stap 7 en later uit in overeenstemming met de instructiehandleiding van Color Measure of FD-S2w.
Om de grafiek te meten voor FD-9, gebruikt u FD-S2w, software die kan worden gedownload van de website. Installeer het hulpprogramma vooraf.
Om de spectrofotometer FD-9 te gebruiken, voert u Stap 7 en later uit in overeenstemming met de instructiehandleiding van FD-S2w.
Druk op het tiptoetsscherm van de hoofdeenheid op [Aanpassing] op het scherm [MACHINE].
Het scherm [Menu Aanpassing] verschijnt.
Druk op [Aanpassing densiteitsbalans] op het scherm [Menu Aanpassing].
Druk op [Tabeluitvoer densiteitsbalans].
Selecteer de uit te voeren grafiek volgens de spectrofotometer die moet worden gebruikt.
Druk na de selectie op [Afdrukfunctie].
Voor het aanpassen met een hogere nauwkeurigheid, is [Type-1] van [<Meting Colorimeter-1 (i1-iSisXL/FD-9)>], [Type-2] van [<Meting Colorimeter--2 (i1-Pro/i1-Pro2)>] or [Type-3] van [<Meting Colorimeter-3 (FD-5 BT)>] aanbevolen.
Item | Beschrijving | |
---|---|---|
[Meting spectrofotometer-1 (i1-iSisXL/FD-9)] | [Type 1] | Eenvoudige controle tabel voor gradatie in 8 stappen |
[Type 2] | Gedetailleerde controletabel voor gradatie in 16 stappen | |
[<Meting spectrofotometer-2 (i1-Pro/i1-Pro2)>] | [Type 1] | Eenvoudige controle tabel voor gradatie in 1 stap |
[Type 2] | Gedetailleerde controletabel voor gradatie in 3 stappen | |
[<Meting spectrofotometer -3 (FD-5 BT)>] | [Type 1] | Eenvoudige controle tabel voor gradatie in 1 stap (puntmeting) |
[Type 2] | Gedetailleerde controletabel voor gradatie in 3 stappen (puntmeting) | |
[Type 3] | Gedetailleerde controletabel voor gradatie in 3 stappen (strookmeting) |
Stel het papier in op het scherm [AFDRUKFUNCTIE] en druk op het bedieningspaneel op Start.
De kleurgrafiek wordt uitgevoerd voor meting met de spectrofotometer.
Als de wikkelmotor is gestopt, raadpleegt u De machine voorbereiden.
Snijd een afgedrukte testgrafiek van de mediakern van Rolwikkeling RW-201.
Indien de afgedrukte grafiek is uitgesneden, zie Zorg dat u uw handen of vingers niet kwetst tijdens het snijden van het uitvoerpapier.
De daaropvolgende bewerkingen worden beschreven voor het geval waar de spectrofotometer i1-Pro/i1-Pro2/i1 iSis XL wordt gebruikt.
Als u FD-5BT/FD-9 gebruikt, raadpleegt u de handleiding van de geselecteerde colorimeter.
Op de computer waar het meetgereedschap van ProfileMaker is geïnstalleerd, selecteert u [Start] - [Alle programma's] - [X-Rite] - [ProfileMaker Pro 5.0.10] - [MeasureTool].
Het ProfileMaker-meetgereedschap wordt gestart.
De volgende beschrijving gebruikt schermvoorbeelden in het Engels. Om de weergavetaal te wijzigen voor het menu en de berichten, selecteert u de taal in [Language] - [English] in de werkbalk van het meetgereedschap en start u het ProfileMaker meetgereedschap opnieuw op.
Klik op [OK] wanneer het volgende bericht wordt weergegeven.
Verbind het instrument met de computer. Klik in het menu op [Configuring].
Het scherm [Instrument Configuration] verschijnt.
Selecteer in [Instrument] welke spectrofotometer u wilt gebruiken. Sluit het scherm wanneer [OK] wordt weergegeven;.
Voorbeeld: Dit voorbeeld selecteert [Eye-One Pro] (i1Pro).
Klik in het menu op [Measuring].
De daaropvolgende bewerkingen worden beschreven in het geval de spectrofotometer i1Pro wordt gebruikt. Voor het meten met de spectrofotometer i1iSis, zie "• Voor de spectrofotometer i1Sis."
Selecteer onder [Test Chart] het item [Custom].
Geef [Columns] en [Rows] op en klik op [OK].
Wanneer de spectrofotometer "Type 1" van i1Pro is: [Columns] = 6, [Rows] = 5
Wanneer de spectrofotometer "Type 2" van i1Pro is: [Columns] = 6, [Rows] = 13
Klik op [Start].
Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven, plaatst u de spectrofotometer horizontaal op de kalibratiedock en klikt u op [OK].
Stapel 10 vellen blanco papier waarvan het type hetzelfde is als dat van het papier waar de tabel werd afgedrukt en plaats de afgedrukte grafiek erbovenop.
Om de invloed van de kleur van de tabel uit te schakelen, plaatst u 10 vellen van dezelfde papiersoort als de grafiek onder de te meten grafiek.
Wanneer het volgende scherm wordt weergegeven, plaatst u de spectrofotometer op de patch bovenaan links en drukt u op de knop voor de spectrofotometer. Als u een pieptoon hoort, controleert u of de leespatch wordt weergegeven op het scherm.
Plaats vervolgens de spectrofotometer op de volgende patch aan de rechterzijde en druk op de knop voor de spectrofotometer. Meet alle patches in dezelfde bewerking.
Als u de spectrofotometer op de verkeerde plaats (patch) plaatst, klikt u op de knop om naar de vorige patchpositie te gaan.
Het witte gedeelte waar wordt getoond dat er niets is afgedrukt, maakt deel uit van de patch. Vergeet niet dit te meten. Als die niet is gemeten, zal een fout optreden.
Als u klaar bent met de grafiekmeting, klikt u op [Close].
Ga verder naar "De gemeten gegevens van de densiteitsbalans opslaan" en sla de meetgegevens op.
• Voor de spectrofotometer i1iSis
Om de spectrofotometer i1iSis te gebruiken, voert u Stap 10 (selecteer [Measure] in het menu) uit, gevolgd door de onderstaande procedure.
Selecteer onder [Test Chart] het item [Open].
Selecteer de scriptgegevens voor de meting volgens het papierformaat en klik op [Open].
Neem contact op met uw leverancier voor meer informatie over de scriptgegevens.
Klik op het volgende scherm op [Start].
Wanneer het volgende bericht verschijnt, stopt u de grafiek in i1isis.
Snijd de voorrand van de grafiek af met een schaar of een ander gereedschap zodat de lengte tussen de voorrand en de balk op de grafiek ongeveer 30 mm bedraagt.
Snijd de linkerzijde van de grafiek af met een schaar of een ander gereedschap zodat de lengte tussen het linkeruiteinde van de grafiek en het zwarte diamantsymbool (♦) ongeveer 10 mm bedraagt.
Lijn het linkeruiteinde van het papier uit op het linkeruiteinde van de invoegopening van i1isis en voert het papier automatisch één voor één in. Wanneer dit correct is geplaatst, wordt de grafiek enkele centimeters naar binnen getrokken en keert deze een weinig terug. Na enige tijd wordt het lezen gestart.
Meting wordt automatisch gestart.
U kunt de gegevens van de densiteitsbalans die is gemeten met de spectrofotometer opslaan op een USB-apparaat, zoals een USB-geheugenstick of de computer op het netwerk dat wordt gebruikt door de machine.
Selecteer [Save As] in het menu [File].
Als u [Lab exporteren] gebruikt, treedt er een fout op wanneer u de kleuraanpassingsgegevens registreert. Gebruik altijd [Opslaan als] wanneer u de gegevens opslaat.
Geef de bestemming op die moet worden opgeslagen.
Geef het USB-geheugen of de computer op die via het netwerk met de machine is verbonden.
Op te slaan bestemming | Beschrijving |
---|---|
USB-geheugen | Sluit het USB-geheugen aan op de computer. Maak een map ''\C71CF\ADJUST _DATA,'' in de hoofdmap (onmiddellijk eronder) van het USB-geheugen en geef de plaats op als de op te slaan bestemming. |
Computer op het netwerk | Open de computer die is verbonden met het netwerk dat door de machine wordt gebruikt en geef een gewenste map op. |
Voer de bestandsnaam in om de gemeten gegevens op te slaan en klik op [Save].
Geef "14-tekens identificatienummer dat op de grafiek is afgedrukt" + "_" (onderstreping) + "tekenreeks van maximaal 21 tekens."
Voorbeeld: 2021115011C4CC_i1pro_2012-10-15.txt
De gemeten gegevens van de densiteitsbalans worden opgeslagen.
U kunt de gemeten gegevens (aangepaste waarde van de densiteitsbalans) die zijn opgeslagen, registreren in het USB-geheugen of de computer op het netwerk in de machine.
Plaats voor het opslaan van gemeten gegevens | Bewerking |
---|---|
Gemeten gegevens die zijn opgeslagen in het USB-geheugen | Sluit het USB-geheugen aan en registreer de gegevens via het tiptoetsscherm van de hoofdeenheid. Raadpleeg "• De gemeten gegevens die zijn opgeslagen in het USB-geheugen registreren." |
Gemeten gegevens die zijn opgeslagen in de computer op het netwerk | Verzend (upload) de gemeten gegevens met Web Utilities vanaf de webbrowser en registreer dan de gegevens. Voor meer informatie over Web Utilities, zie Overzicht van webhulpprogramma's. Raadpleeg "• De gemeten gegevens die zijn opgeslagen in de computer op het netwerk registreren." |
• De gemeten gegevens die zijn opgeslagen in het USB-geheugen registreren
Druk op het tiptoetsscherm van de hoofdeenheid op [Aanpassing] op het scherm [MACHINE].
Het scherm [Menu Aanpassing] verschijnt.
Druk op [Aanpassing densiteitsbalans] op het scherm [Menu Aanpassing].
Druk op [Geg. dens.balans reg/verwl].
Selecteer het nummer waar de aangepaste waarde moet worden geregistreerd en druk op [USB-geheugen].
Als u het geregistreerde nummer selecteert, wordt de aangepaste waarde overschreven.
Het volgende scherm wordt weergegeven. Sluit het USB-geheugen aan waar de gemeten gegevens zijn opgeslagen op de hoofdeenheid en druk op [OK].
Selecteer de bestandsnaam van de gemeten gegevens die moeten worden geregistreerd en druk op [OK].
Druk op [OK] wanneer het volgende scherm wordt weergegeven.
De aangepaste waarde van de densiteitsbalans wordt geregistreerd.
• De gemeten gegevens die zijn opgeslagen in de computer op het netwerk registreren
Open een webbrowser op de computer op het netwerk waar de gemeten gegevens zijn opgeslagen.
Het is aanbevolen aan te melden bij Web Utilities vanaf de computer waarop de gemeten gegevens zijn opgeslagen.
Voer in het URL-veld "http://IP-adres voor de machine (of de hostnaam):30091" in en druk dan op de Enter-toets.
De hoofdpagina van de Web Utilities wordt weergegeven.
Klik op [Instelling Machine Manager].
Voer [Gebruikersnaam] en [Wachtwoord] in en klik op [OK].
Klik op [Color Measuring data Input].
Geef de [Bestandsnaam] en het [Bestandspad] op en klik op [Uploaden].
Voer de bestandsnaam in (bijvoorbeeld: 2021115011C4CC_i1pro_2012-10-15.txt).
Klik op [Referentie] van het [Bestandspad] en selecteer de gemeten gegevens die zijn opgeslagen in de computer.
Druk op het tiptoetsscherm van de hoofdeenheid op [Aanpassing] op het scherm [MACHINE] en druk dan op [Aanpassing densiteitsbalans] op het scherm [MENU Aanpassing].
Raadpleeg stappen 1 en 2 van "• De gemeten gegevens die zijn opgeslagen in het USB-geheugen registreren."
Druk op [Geg. dens.balans reg/verwl].
Selecteer het nummer waar de aangepaste waarde moet worden geregistreerd en druk op [Gearchiveerde gegevens].
Als u het geregistreerde nummer selecteert, wordt de aangepaste waarde overschreven.
Selecteer de bestandsnaam van de gemeten gegevens die moeten worden geregistreerd en druk op [OK].
Druk op [OK] wanneer het volgende scherm wordt weergegeven.
De aangepaste waarde van de densiteitsbalans wordt geregistreerd.