U kunt een grafiek en schaalmetingspunten afdrukken. Het invoeren van de gemeten waarde past de vergrotingsfactor en de afdrukpositie aan.
Druk op [Aanp.synch.] op het scherm [MACHINE].
Druk op [Tabelaanpassing].
Druk op [Printmodus].
Druk op Start op het bedieningspaneel.
Er wordt een testgrafiek afgedrukt.
Druk op [Afdr.mod.afsl].
Meet de lengte van de lijnen die zijn aangegeven door de nummers van [1] tot [8] ([5] en [7] zijn weggelaten.) op de afgedrukte grafiek.
Voor [1] en [3] meet u de lengte van de verticale lijn tot tegen de rand van de media.
De afbeelding toont een voorbeeld bij het meten van lijnen [1] en [6].
U kunt waarden invoeren in stappen van 0,1 mm.
Zorg dat u de gemeten waarde noteert.
Druk op het nummer dat elk punt aangeeft en gebruik de cijfertoetsen op het tiptoetsscherm of [], [] om de gemeten waarde in te voeren.
Druk op [Wiss.] om de waarde te resetten.
Druk op [Start aanpassen].
Druk op [Sluiten].
[Tabelaanpassing] is nu voltooid.
Voor fijne aanpassing, past u Aanpassing Zoom/Beeldverschuiving.