De spectrofotometers om de grafiek te lezen, zijn de volgende.
i1-iSisXL
i1-Pro/i1-Pro2
FD-5 BT
FD-9
i1-iSisXL/FD-9 en i1-Pro/i1-Pro2 voorzien elk twee types grafieken: Type 1 voor de standaard aanpassing en type 2 voor hoog accurate aanpassing. FD-5 BT voorziet drie types grafieken: Type 1 voor standaard aanpassing, type 2 voor hoog accurate aanpassing en type 3 voor hoog accurate aanpassing bij stripmeting.
Een grafiek uitvoeren waarvoor het schermtype dat werd ingesteld door de machine werd toegepast.
Vooraleer de grafiek uit te voeren, moeten een geschikt scherm en papier geselecteerd worden.
[Stochastisch] kan echter niet worden geselecteerd voor het uitvoeren van een tabel.
Het schermtype kan veranderd worden in HULPPROGRAMMA. Zie voor meer informatie Aangepast scherm: het schermtype selecteren.
Druk op [Aanpassing] op het scherm [MACHINE] om het scherm [Aanpassingsmenu] weer te geven.
Druk achtereenvolgens op [Aanpassing densiteitsbalans] en [Tabeluitvoer densiteitsbalans].
Selecteer de gewenste spectrofotometer en het type grafiek en druk op [Afdrukmodus].
[Type 1] is voor standaard aanpassing en zowel [Type 2] als [Type 3] zijn voor hoog accurate aanpassing.
Om spectrofotometer i1-iSisXL of FD-9 te gebruiken, selecteer [Type 1] of [Type 2] bij [Meet spectrofotometer-1 (i1-iSisXL/FD-9)].
Om spectrofotometer i1-Pro/i1-Pro2 te gebruiken, selecteer [Type 1] of [Type 2] bij [Meet spectrofotometer-2 (i1-Pro/i1-Pro2)].
Om spectrofotometer FD-5 BT te gebruiken, selecteer [Type 1], [Type 2] of [Type 3] bij [Meet spectrofotometer-3 (FD-5 BT)].
Druk op [Kwal. aanp.].
Druk op [] rechts van [Schermpatroon] om het gewenste scherm weer te geven.
Zo nodig kunt u drukken op [Schermpatroon] om het scherm [Schermpatroon] weer te geven en een scherm te selecteren. Selecteer een scherm en druk op [OK].
Druk op [Sluiten] op het scherm [Kwaliteitsaanpassing].
Controleer de papierinstellingen.
Indien de instellingen verschillen van de specificaties van de huidig ingestelde media, druk op [Paperinstelling] en daarna op [Oproepen] of [Wijzig set] om de papierinstellingen te veranderen.
Druk op Start op het bedieningspaneel.
Er wordt een testgrafiek afgedrukt.
Indien [Type 1] geselecteerd is voor [Meet spectrofotometer-1 (i1-iSisXL/FD-9)] in stap 3 wordt er één vel uitgevoerd. Indien [Type 2] geselecteerd is, worden er twee vellen uitgevoerd.
Voor [Meet spectrofotometer-2 (i1-Pro/i1-Pro2)] wordt de grafiek uitgevoerd op één vel, zelfs wanneer [Type 1] of [Type 2] geselecteerd is.
Voor [Meet spectrofotometer-3 (FD-5 BT)] wordt de grafiek uitgevoerd op één vel, zelfs wanneer [Type 1], [Type 2] of [Type 3] geselecteerd is.
Druk op [Afdr.mod.afsl].
Het scherm keert terug naar het scherm [Tabeluitvoer densiteitsbalans].
Druk op [Terug].
Het scherm keert terug naar het scherm [Menu Aanpassing densiteitsbalans].