Selecteer een schermtype om te gebruiken voor scherm 1, scherm 2 en stochastisch, respectievelijk.
Stochastisch is echter altijd beschikbaar.
De schermtypes hebben de volgende eigenschappen. Gebruik deze informatie als hulp voor het selecteren van een geschikte.
Type | Beschrijving |
---|---|
Lijn 200 | Gebruikt fijne lijnen om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor kantoordocumenten met grafieken. |
Lijn 180 | Gebruikt lijnen om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor kantoordocumenten. |
Lijn 150 | Gebruikt lijnen om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor zwart-wit afdrukken. |
Punt 270 | Gebruikt ultrafijne punten om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor kantoordocumenten met grafieken en kleine teksten. |
Punt 210 | Gebruikt ultrafijne punten om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor kantoordocumenten met grafieken en kleine teksten. |
Punt 190 | Gebruikt fijne lijnen om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor het afdrukken van catalogi. |
Punt 175 | Gebruikt punten om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor het afdrukken van kleurenfoto's. |
Punt 150 | Gebruik ruwe punten om een afbeelding weer te geven. Geschikt voor zwart-wit afdrukken. |
Punt 130 | Gebruik ruwe punten om een afbeelding weer te geven. Geschikt voor het afdrukken van posters. |
Type | Beschrijving |
---|---|
FM 1 | Gebruikt aperiodieke punten om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor het afdrukken van kaarten, foto's of kledingstukken of fijn ontworpen textiel. |
FM 2 | Gebruikt aperiodieke punten om een afbeelding te reproduceren. Betere reproduceerbaarheid zwarte tekst in vergelijking met FM 1. Geschikt voor het afdrukken van kantoordocumenten met zwarte tekst. |
FM 3 | Gebruikt aperiodieke punten om een afbeelding te reproduceren. Geschikt voor het afdrukken van foto's van kledingstukken of fijn ontworpen textiel in grotere maten. |
Voor meer informatie over de aanpassing na het veranderen van de schermtypes, zie "Aanpassing stroom bij veranderen van scherm"Aan te passen items en tijdstip van de uitvoering
Volg onderstaande procedure Beheerdersinstelling voor het weergeven van het scherm [Beheerdersinstelling].
Druk op [Systeeminstelling] op het scherm [Beheerdersinstelling] en druk daarna achtereenvolgens op [Expert aanpassing], [Kwaliteitsaanpassing] en [Aangepast scherm].
Het scherm [Aangepast schermpatroon] wordt weergegeven.
Selecteer het schermtype naargelang hetgeen wordt afgedrukt.
Dot190 wordt aanbevolen voor scherm 1. We raden aan om scherm 1 te gebruiken voor normale werking. Geef zo nodig de scherminstelling op scherm 2 of Stochastisch naargelang de afdruktaak.
Druk op [OK] om de instelling te voltooien.
Druk op [Annul.] om de wijziging te annuleren. In elk geval keert het scherm terug naar het scherm [Kwaliteitsaanpassing].
Als u het schermtype hebt veranderd, druk dan [Uitv.Hulpprogramma] op het scherm [Kwaliteitsaanpassing] om terug te keren naar het scherm [MACHINE].
De gamma-aanpassing start automatisch.
Ga terug naar de Beheerdersinstellingmodus nadat de gamma-aanpassing is voltooid en ga verder naar Aanpassing gammaverschuiving printer voor het gewijzigde schermtype.