Volg de onderstaande procedure om een vastgehouden opdracht te verwijderen. Voor het verwijderen van een vastgehouden opdracht na het uitvoeren, zie Vastgehouden opdracht uitvoeren.
Druk op het tabblad [OPDRACHTLIJST] om het scherm [OPDRACHTLIJST] weer te geven.
Druk op [Opdr. vasth.]
Het scherm [Opdr. vasth.] wordt weergegeven.
Selecteer de opdracht die moet worden verwijderd.
Druk op de rij van de gewenste opdracht in de lijst.
Indien de gewenste opdracht niet op de lijst gevonden wordt, druk dan op [] [] om die opdracht weer te geven.
Wanneer u op elke titel in de titelrij klikt, wordt de lijst gesorteerd in de geselecteerde volgorde.
Indien data met dezelfde bestandsnaam bestaat, verschijnt de markering rechts van de bestandsnaam.
Druk eerst op [Mult-sel.] om meerdere opdrachten te selecteren.
Druk op [Alles sel.] om alle opdrachten in de lijst te selecteren. Als u op deze toets drukt, worden alle opdrachten op de lijst geselecteerd, maar [Mult-sel.] wordt in de plaats gemarkeerd.
Druk op [Verwijderen].
Druk op [Ja].
Of druk op [Nee] om te annuleren.
De geselecteerde opdracht wordt verwijderd en het scherm keert terug naar het scherm [Opdr. vasth.].