Geef op het scherm Profielbepaling het printerprofiel en het CMYK-doelprofiel aan die gebruikt worden door het CMYK-CMYK-apparaatverbindingsprofiel. Daarnaast kunt u het printerprofiel en het CMYK-doelprofiel aanmaken zoals vereist.
Geef de naam van het printerprofiel dat gebruikt wordt door het CMYK-CMYK-apparaatverbindingsprofiel. Wanneer u het bestaande printerprofiel gebruikt, klik dan op [Bladeren ...]. Om een nieuw printerprofiel aan te maken, klik op [Maken...].
Wanneer u klikt op [Bladeren ...] wordt het scherm [Printerprofiel laden] weergegeven. Ga in dit geval naar stap 2.
Wanneer u klikt op [Maken...], ga naar de stappen beschreven vanaf Printer P: Meetgegevens en papier opgeven naar Printer P: Voltooi de procedure en ga naar stap 3.
Klik op [Bladeren ...], selecteer een profielprinter en klik daarna op [Voltooien].
Geef het CMYK-doelprofiel dat gebruikt wordt door het CMYK-CMYK-apparaatverbindingsprofiel. Wanneer u het bestaande CMYK-doelprofiel gebruikt, klik dan op [Bladeren ...]. Wanneer u het nieuwe CMYK-doelprofiel aanmaakt, klik dan op [Maken...].
Wanneer u klikt op [Bladeren ...], ga naar stap 4.
Wanneer u klikt op [Maken...], ga naar de stappen beschreven vanaf CMYK TP: Color Centro Profiler starten CMYK TP: Voltooi de procedure en ga naar stap 5.
Selecteer op het scherm weergegeven door te klikken op [CMYK-doelprofiel] - [Bladeren ...] het CMYK-doelprofiel dat gebruikt wordt en klik op [Openen].
Het geselecteerde CMYK-doelprofiel wordt weergegeven bij [Geselect.profiel] van [CMYK-doelprofiel].
Klik op [Volgende].
Het scherm Kleurconversies aanpassen verschijnt.