Door de wizard te volgen, kunt u een correctietabel maken met de functie Exact Color en kunt u de correctietabel toepassen als feedback naar de controller voor een verbeterde nauwkeurigheid van de kleurreproductie.
Klik op het scherm [Kalibratie manager] op [Exacte kleurkalibratiewizard uitvoeren] onder [3. Exacte kl.].
De wizard voor het uitvoeren van de functie Exacte kleur start en toont het scherm [Bewerkingsstappen].
Klik in het scherm [Bewerkingsstappen] op [Volgende].
Het scherm [1. Maken van huidige tabel(ExCol)] wordt weergegeven.
Klik op [Afdrukken].
Druk de kleurgrafiek af die moet worden gemeten met het instrument.
Er wordt een testgrafiek afgedrukt.
Als de wikkelmotor is gestopt, raadpleegt u Breid de machine voor en start deze op.
Snijd een afgedrukte testgrafiek van de mediakern van Rolwikkeling RW-201.
Indien de afgedrukte grafiek is uitgesneden, zie Zorg dat u uw handen of vingers niet kwetst tijdens het snijden van het uitvoerpapier.
Klik op [Start].
Meet de grafiek met de instrument. Klik op [Volgende] nadat u de grafiekmeting hebt voltooid.
Voorbeeld: De meting wordt uitgevoerd met i1Pro.
Nadat het bericht [Berekenen] is verschenen, wordt het scherm [Bewerkingsstappen] weergegeven.
Klik in het scherm [Bewerkingsstappen] op [Volgende].
Het scherm [2. Nauwkeurigh. meting(ExCol) Verbetering van een correctietabel(FB1)] wordt weergegeven.
Klik op [Afdrukken].
Druk de kleurgrafiek af die moet worden gemeten met het instrument.
Er wordt een testgrafiek afgedrukt.
Snijd een afgedrukte testgrafiek van de mediakern van Rolwikkeling RW-201.
Indien de afgedrukte grafiek is uitgesneden, zie Zorg dat u uw handen of vingers niet kwetst tijdens het snijden van het uitvoerpapier.
Klik op [Start].
Meet de grafiek met de instrument. Klik op [Volgende] nadat u de grafiekmeting hebt voltooid.
Het scherm [Bewerkingsstappen] wordt weergegeven.
Klik op [Volgende] en voer de rest van de meting (FB2, FB3) uit door de instructies op het scherm te volgen.
Metingen worden achtereenvolgens uitgevoerd met dezelfde procedure voor [3. Nauwkeurigh. meting(ExCol) Verbetering van een correctietabel(FB2)], [4. Nauwkeurigh. meting(ExCol) Verbetering van een correctietabel(FB3)] en [5. Nauwkeurigh. meting (FB3)].
Klik na de meting voor [5. Nauwkeurigh. Meting (FB3)], op [OK] op het scherm [Bewerkingsstappen].
Selecteer de meetgegevens op het scherm [Kalibratie manager] en controleer de grafieken. Nadat u de te registreren gegevens hebt geselecteerd, klikt u op [Registreer het geselecteerde resultaat].
Door het registreren van de verkregen kalibratiegegevens in de image controller, kunnen deze gegevens worden toegepast wanneer u begint met het afdrukken.
Klik op [Ja] op het scherm [Informatie].
De kalibratietabel wordt geregistreerd in de image controller.