Bedoelde omgeving
Besturingssysteem | Windows 7 |
Toepassing | Color Centro 2.1 |
Instrument | i1 Pro |
Papiertype/dikte (gewicht) | Tack normaal/161-195 μm (177-216 g/m2 / 48-57 lb Bond |
* Het voorbeeldscherm kan verschillen van het werkelijke scherm afhankelijk van uw systeemomgeving en de toepassingsversie/-revisie.
Start Color Centro en gebruik het i1 Pro-instrument om de kalibratie uit te voeren.
Verbind het instrument met de computer.
Voorbeeld: De i1 Pro is verbonden.
Het apparaatstuurprogramma voor het instrument moet vooraf op uw computer worden geïnstalleerd. Raadpleeg de handleiding van het instrument voor details.
Start Color Centro en meld aan bij de machine. (Raadpleeg Start Color Centro.)
Het opstartscherm van Color Centro verschijnt.
Klik op [Kalibratie] op het starterscherm.
Het scherm [Kalibratie manager] verschijnt.
Controleer of het te gebruiken instrument wordt weergegeven onder [Kalibratie].
Als het juiste instrument niet wordt weergegeven, selecteert u het instrument dat moet worden gebruikt via de menubalk [Instellingen] - [Instrument].
Voorbeeld: Controleer of [Instrument: i1Pro] wordt weergegeven.
Klik op [Instellingen] onder [1. Papiertype/Scherminstellingen].
Stel [Papiertype] en [Scherminstellingen] in op het scherm [Papiertype/Scherminstellingen] en klik op [OK].
Voorbeeld: Stel [Papiertype] in op [Tack normaal] en [Scherminstelling] op [Scherm 1] (standaard).
Item | Instelling |
---|---|
[Papiertype] | [Tack normaal] |
[Scherminstelling] | [Scherm 1]
|
Klik op [Kalibratie starten].
Het scherm [Kalibratie uitvoeren] wordt weergegeven.
Klik op [Afdrukken].
Druk de kleurgrafiek af die moet worden gemeten met het instrument.
Het scherm [Grafiek afdrukken] verschijnt.
Druk op Test (0m) voor [Schakelaar voor afdruk starten op afstand] op het scherm MACHINE op het [tiptoetsscherm] van de hoofdeenheid.
Deze instelling helpt bij het verminderen van de hoeveelheid papier die wordt doorgevoerd vóór het afdrukken en bespaart op gebruik van media.
Stel op het scherm [Grafiek afdrukken] de [Kopieën] en [Papierlade] in. Klik na het instellen op [Afdrukken].
Voorbeeld:
Item | Instelling |
---|---|
[Kopieën] | 1 |
[Papierlade] | Handinvoerlade |
Er wordt een testgrafiek afgedrukt. Op de grafiek worden Afdrukdatum, uitgevoerd aantal sets en Nr. worden afgedrukt.
Als de wikkelmotor is gestopt, raadpleegt u De machine voorbereiden.
Snijd een afgedrukte testgrafiek van de mediakern van Rolwikkeling RW-201.
Indien de afgedrukte grafiek is uitgesneden, zie Zorg dat u uw handen of vingers niet kwetst tijdens het snijden van het uitvoerpapier.
Verbind het instrument met de computer en klik op [Start] op het scherm [Kalibratie uitvoeren].
De kalibratie wordt gestart.
Wanneer het volgende bericht wordt weergegeven, plaatst u het instrument plat op de kalibratiedock en klikt u op [OK].
Stapel 10 vellen blanco papier waarvan het type hetzelfde is als dat van het papier waar de tabel werd afgedrukt en plaats de afgedrukte grafiek erbovenop.
Om de invloed van de kleur van de tabel uit te schakelen, plaatst u 10 vellen van dezelfde papiersoort als de grafiek onder de te meten grafiek.
Klik op [OK] wanneer het volgende bericht wordt weergegeven.
Plaats de geleidingsplaat voor de meting plat op de grafiek. Houd de knop op het instrument ingedrukt en wanneer het piept, schuift u het instrument terwijl u de knop ingedrukt houdt, van de patch bovenaan links naar rechts.
Meet de rest van de patchrijen door het instrument op dezelfde manier te schuiven.
Nadat u de grafiekmeting hebt voltooid, klikt u op [Registreren] op het scherm [Kalibratie uitvoeren].
Wanneer de grafiekmeting is voltooid, verschijnt het meetresultaat onderaan in het scherm [Kalibratie uitvoeren].
Controleer het meetresultaat. Als er geen problemen zijn, registreert u de kalibratietabel.
Door het registreren van de verkregen kalibratiegegevens in de image controller, kunnen deze gegevens worden toegepast wanneer u begint met het afdrukken.
Klik op [OK] op het scherm [Informatie].
De kalibratietabel wordt geregistreerd in de image controller.
Controleer de grafiekweergave en andere informatie op het scherm [Kalibratie manager]. Na het controleren van de weergegeven inhoud, klikt u op [Contr. status].
Controleer op het scherm [Alle registraties bevestigen] de geregistreerde papiersoort, de registratiedatum/tijd en andere details.
Als u klaar bent om alle pagina's van een opdracht af te drukken, moet u [Normale afstand] instellen voor [Schakelaar voor afdruk starten op afstand] voordat u alle pagina's afdrukt.