Werkstroom
Dit gedeelte beschrijft de workflow van het dagelijks gebruik nadat de vereiste voorbereidingen voor het gebruik van de printerfuncties van deze machine zijn uitgevoerd.
Zie voor meer informatie over presets en het gebruik ervan, Printerfuncties voorbereiden en aanpassen.
STAP 1: De machine reinigen
Zorg dat u de machine schoonmaakt voordat u deze begint te gebruiken.
Zie voor meer informatie Reinigen.
STAP 2: De machine inschakelen
Schakel de hoofdeenheid en Rolwikkeling RW-101/Rolwikkeling RW-201 in.
Zie voor meer informatie In-/uitschakelaars van de machine.
STAP 3: De media instellen/wijzigen
Stel de media in of wijzig deze.
Zie voor meer informatie Media instellen, De media wijzigen.
STAP 4: De machine voorbereiden
De machine klaarmaken om af te drukken.
Zie voor meer informatie De machine voorbereiden.
STAP 5: Aanpassing registratie
De beeldregistratie aanpassen voordat u afdrukt.
Zie voor meer informatie Vooraf uitgevoerde Aanpassing afbeeldingspositie.
STAP 6: Kwaliteitsaanpassing
De beeldkwaliteit aanpassen voordat u afdrukt.
Zie voor meer informatie Aan te passen items en tijdstip van de uitvoering.
STAP 7: Afdrukgegevens voorbereiden
Maak een afdrukopdracht en stuur deze naar de machine.
Zie voor meer informatie Afdrukgegevens maken, Een opdracht opslaan.
STAP 8: Een testpagina afdrukken
Druk een testpagina af voordat u een opdracht afdrukt.
Zie voor meer informatie Een testpagina afdrukken.
De beeldregistratie en -kwaliteit aanpassen indien nodig.
Zie voor meer informatie Aanpassingen na testafdruk.
STAP 9: Alle pagina's afdrukken
Druk alle pagina's van de opdracht af.
Zie voor meer informatie Alle pagina's afdrukken.
STAP 10: Bediening na het afdrukken
Wanneer u het afdrukken beëindigt of niet doorgaat met het afdrukken van een andere opdracht
Zie voor meer informatie Bediening na het afdrukken.