Startpagina ConfiguratieScherm 1. Machinestatus/2. Machine-instelling

Scherm [1. Machinestatus/2. Machine-instelling]

Scherm [Machinestatus]

Druk op het scherm [Menu] op [1,Machinestatus/ 2,Machine-instelling] - [1] om het scherm weer te geven.

Nr.

Naam

Beschrijving

1

[Fout]

Brandt in het rood wanneer er zich een fout voordoet op Rolwikkeling RW-101 of Rolwikkeling RW-201.

2

[Verzoek reset noodstop]

Brandt rood wanneer de NOODSTOP van het bedieningspaneel van Rolwikkeling RW-101 of Rolwikkeling RW-201 effectief is of de media-afdekking of de bovenste afdekking geopend is.

Brandt ook rood wanneer de in-/uitschakelaar op Rolwikkeling RW-101 is ingeschakeld.

Druk in beide gevallen op NOOD RESET om te resetten.

3

[Transport opgeschort]/[Transport in uitvoer]

Toont of Rolwikkeling RW-101 en Rolwikkeling RW-201 draaien of gestopt zijn.

4

[Startvoorwaarde wikkeling niet voldaan] / [Startvoorwaarde wikkeling voldaan]

Wanneer de afdrukvoorwaarde van Rolwikkeling RW-201 mislukt, brandt [Startvoorwaarde wikkeling niet voldaan] in het rood.

5

[Startvoorw. papierinvoer niet voldaan]/[Startvoorwaarde papierinvoer voldaan]

Wanneer de afdrukvoorwaarde van Rolwikkeling RW-101 mislukt, brandt [Startvoorwaarde papierinvoer niet voldaan] in het rood.

6

[Toon startvoorwaarde monitor]

Toont het scherm [Machinestatus] om de status te controleren van Rolwikkeling RW-101 en Rolwikkeling RW-201.

Scherm [Machinestatus]

Druk op het scherm [Machinestatus] op [Startvoorwaarde monitor tonen] om de status weer te geven.

Brandt in het rood wanneer er zich een fout voordoet.

Nr.

Naam

Beschrijving

1

[Opgeschort voor invoer]

Brandt in het rood wanneer dit systeem in noodstopstatus staat.

2

[Beveiliging afdekking]

Brandt in het rood wanneer de media-afdekking of de bovenste afdekking geopend wordt.

3

[Wikkelspanning]

Brandt in het rood wanneer de wikkelspanning op Rolwikkeling RW-201 wegvalt.

Druk op REWIND MOTOR OFF van Rolwikkeling RW-201 om de wikkelspanning in te schakelen.

4

[Papierinvoer]

Brandt in het rood wanneer de mediadrukbalk 1 of 2 van Rolwikkeling RW-101 geactiveerd wordt.

5

[CC-verbinding]

Brandt in het rood wanneer er zich een communicatiefout voordoet op Rolwikkeling RW-101 of Rolwikkeling RW-201.

Neem contact op met uw leverancier.

6

[Servo fout]

Brandt in het rood wanneer er zich een fout voordoet op de servomotor.

Neem contact op met uw leverancier.

7

[Drukrol los]

Brandt in het rood wanneer de rubberen rol op Rolwikkeling RW-101 of Rolwikkeling RW-201 loskomt. Open de voorklep en gebruik de hefboom om de rubberen rol te bevestigen.

8

[Papierinvoerspanning]

Brandt in het rood wanneer de papierinvoerspanning op Rolwikkeling RW-101 wegvalt.

Op het scherm [Papierinvoer], drukt u op [Spanning UIT] om naar [Spanning IN] te gaan (papierinvoerspanning AAN).

9

[Startvoorwaarde monitor verbergen]

Sluit het scherm [Machinestatus] om terug te keren naar het scherm [Machinestatus].

Scherm [Machine-instelling]

Druk op het scherm [Menu] op [1,Machinestatus/ 2,Machine-instelling] - [2] om het scherm weer te geven.

Nr.

Naam

Beschrijving

1

[Papier snijden ingeschakeld] / [Papier snijden uitgeschakeld]

Schakel de mediabreuksensor in/uit op Rolwikkeling RW-201. Zorg ervoor dat u dit instelt op [Papier snijden ingeschakeld] in gebruikelijke bediening.

2

[Opwikkelaar online] / [Opwikkelaar offline]

Zet de Rolwikkeling RW-201 en de machine online of offline. Om te starten met afdrukken, moet de machine online zijn.

De knop knippert in de volgende omstandigheden. Controleer de status.

  • in de noodstopstatus

  • wanneer er zich een fout voordoet

  • Wanneer STOP wordt ingedrukt op Rolwikkeling RW-201

Indien het scherm niet verandert nadat de knop wordt ingedrukt, moet u het scherm op fouten controleren.

3

[Afwikkelaar Online] / [Afwikkelaar Offline]

Zet de Rolwikkeling RW-101 en de machine online of offline. Om te starten met afdrukken, moet de machine online zijn.

De knop knippert in de volgende omstandigheden. Controleer de status.

  • in de noodstopstatus

  • wanneer er zich een fout voordoet

  • Wanneer STOP wordt ingedrukt op Rolwikkeling RW-101

Indien het scherm niet verandert nadat de knop wordt ingedrukt, moet u het scherm op fouten controleren.

4

[Uiteinde rol ingeschakeld] / [Uiteinde rol uitgeschakeld]

Geeft aan of de werking van de transportinrichting gecontroleerd moet worden wanneer het uiteinde van de rol media op Rolwikkeling RW-101 wordt gedetecteerd. Zet zeker [Uiteinde rol ingeschakeld] aan bij gebruikelijke bewerking.

5

[Uiteinde rol stop] / [Uiteinde rol alarm]

Geeft aan of de transportinrichting automatisch gestopt moet worden, of er slechts een alarm gegeven moet worden wanneer het uiteinde van de rol media op Rolwikkeling RW-101 wordt gedetecteerd. Indien [Uiteinde rol alarm] is ingesteld, weerklinkt het alarm wanneer het uiteinde van de rol media gedetecteerd wordt maar de machine blijft werken.

Zet zeker [Uiteinde rol stop] aan bij gebruikelijke bewerking.

6

[Diameter wikkelrol ingeschakeld] / [Diameter wikkelrol uitgeschakeld]

Geeft aan of de werking van de transportinrichting gecontroleerd moet worden wanneer de diameter van de rol media op Rolwikkeling RW-101 de maximale diameter overschrijdt.

Stel dit in op [Diameter wikkelrol ingeschakeld] bij gebruikelijke bewerking.

7

[Diameter wikkelrol stop] / [Diameter wikkelrol alarm]

Geeft aan of automatisch gestopt moet worden, of enkel eenalarm moet gegeven worden wanneer de media op Rolwikkeling RW-201 groter is dan de maximale roldiameter. Indien [Diameter wikkelrol alarm] is ingesteld, weerklinkt het alarm wanneer de maximale roldiameter gedetecteerd wordt maar de machine blijft werken.

Stel dit in op [Diameter wikkelrol stop] bij gebruikelijke bewerking.