Andere problemen oplossen

Er verschijnt een melding "Printer is niet aangesloten" of "Printfout" op het computerscherm.

Een ander stuurprogramma kan opgegeven zijn.

Controleer de opgegeven printernaam.

Er kan een kabel zijn losgekomen.

Controleer of de kabel correct is aangesloten.

Er kan zich een fout hebben voorgedaan op deze machine.

Controleer de foutinformatie op het bedieningspaneel van deze machine of controleer dat deze machine is ingeschakeld.

Er wordt een postscript foutmelding weergegeven op het computerscherm.

De computer heeft misschien onvoldoende geheugen.

Voer een testafdruk uit om na te gaan of afdrukken mogelijk is.

Er kan zich een fout hebben voorgedaan in de instellingen van de toepassing.

Zie de handleiding van de toepassing om de instellingen te controleren.

De instellingen voor het afdrukken van bestanden kunnen verkeerd zijn.

Verander de instellingen en probeer opnieuw af te drukken.

Het verwerken van afdrukken op de computer is voltooid maar het afdrukken start niet.

Een ander stuurprogramma kan opgegeven zijn.

Controleer de opgegeven printernaam.

Er kan een kabel zijn losgekomen.

Controleer of de kabel correct is aangesloten.

Er kan zich een fout (serviceoproep) hebben voorgedaan op deze machine.

Controleer het bedieningspaneel van deze machine. Contacteer zo nodig uw vertegenwoordiger.

Onverwerkte opdrachten kunnen op deze machine blijven staan tot ze verwerkt zijn.

Controleer de verwerkingsvolgorde voor de opdracht met de Opdrachtenlijst op het bedieningspaneel van deze machine.

[Opslaan] kan opgegeven worden als [Afdrukmodus] tijdens het afdrukken.

Controleer vanop het bedieningspaneel van deze machine of de opdracht vastgehouden is in [Opdracht vasthouden] op het tabblad [OPDRACHTLIJST].

De computer heeft misschien onvoldoende geheugen.

Voer een testafdruk uit om na te gaan of afdrukken mogelijk is.

Er is geen netwerkverbinding met de image controller. (Wanneer verbinding gemaakt wordt via het netwerk.)

Contacteer uw netwerkbeheerder.