Startpagina Instellingen en aanpassingenInstelling software schakelen: De softwareschakelaar instellen

Instelling software schakelen: De softwareschakelaar instellen

Selecteer het overeenkomstige schakelnummer om de problemen of vereisten aan te pakken die beschreven worden in de volgende Lijst instellingen software schakelen.

  • Alle softwareschakelaars staan standaard op OFF. Schakel van Uit naar Aan om het probleem op te lossen.

  • Nooit van Uit naar Aan schakelen voor het schakelnummer dat niet beschreven is in de volgende Lijst instellingen software schakelen.

  1. Volg onderstaande procedure Instelling controllerbeheerder voor het weergeven van het scherm [Instellingen controllerbeheerder].

  2. Druk achtereenvolgens op [Systeeminstelling] en [Instelling software schakelen].

  3. Gebruik de pijltjestoetsen of de cijfertoetsen van het tiptoetsscherm om het schakelnummer in te voeren en selecteer dan [Aan] of [Uit].

    Voor de gedetailleerde informatie over elk schakelnummer, zie "Lijst instellingen software schakelen."

  4. Druk op [Terug] om de instelling te voltooien.

    • Druk op [Annul.] om de wijziging te annuleren. In elk geval keert het scherm terug naar het scherm [Systeeminstelling].

Lijst instellingen software schakelen

U kunt de voorwaarde van de softwareschakeling u kunt het rapport van de machine-instelling controleren. Zie voor meer informatie Rapporttype: Een rapport uitvoeren.

Schakelaar nr.

Probleem/Vereiste

Oplossing bereikt bij ingeschakeld

1

Bij het kiezen voor PDF direct afdrukken, moet het papierformaat geïdentificeerd worden met de CropBox-waarde (getrimde grootte) in de plaats van de MediaBox-waarde (mediaformaat) als normaal het geval is.

Het papierformaat wordt geïdentificeerd aan de hand van de CropBox-waarde (getrimd formaat) voor het PDF-bestand.

2

Bij het gebruik van het LPR-commando om meerdere opdrachten te groeperen in één afdrukopdracht, eindigt de bewerking met een fout en wordt de uitvoer niet voltooid.

Ongeacht de wachtrij-instelling voor de controller zal de opdracht uitgevoerd worden bij ontvangst van de volledige data (bestand). Merk op dat deze instelling de afdrukprestaties kan vertragen.

Belangrijk:

Bij het veranderen van deze instelling moet u ervoor zorgen dat de hoofdvoeding is uitgeschakeld en deze daarna terug inschakelen om de instelling te behouden.

[Te ontvangen max. bestandsgrootte] per bestand is 2 GB voor deze bewerking. Het veranderen van deze instelling heeft geen invloed op andere grote bestanden.

3

Wanneer u probeert om een niet-ondersteund gecomprimeerd TIFF-bestand of PDL-bestand uit te voeren, wordt de oorzaak van de fout niet gemeld.

Er wordt een foutpagina afgedrukt bij het ontvangen van een opdracht voor een niet-ondersteund bestand.

Belangrijk:

Om de uitvoerinstellingen te specificeren voor PostScript-fouten, selecteer [Controller] - [Instelling direct afdrukken] - [PS-instelling] op het scherm MACHINE.

4

Bij het uitvoeren van PostScript-data via het netwerk worden meerdere opdrachten gegroepeerd in één opdracht.

Ctrl-D wordt gebruikt als een afbakening van de opdracht en de data wordt als meerdere opdrachten uitgevoerd.

5

Bij het uitvoeren van PostScript-data via een USB-interface wordt één opdracht onderverdeeld in meerdere opdrachten. Er kan ook een foutpagina uitgevoerd worden.

Ctrl-D wordt niet gebruikt als een afbakening van de opdracht en de data wordt als één opdracht uitgevoerd.

6

Bestanden uitvoeren met gekleurde afbeeldingen leidt tot een slechte halftoon reproduceerbaarheid.

Gekleurde afbeeldingen worden meer efficiënt geconverteerd naar monochrome halftoonafbeeldingen wat de reproduceerbaarheid van de uitvoer vergroot. Merk op dat deze instelling de afdrukprestaties kan vertragen.

7

Bij het uitvoeren van meerdere opdrachten in één collectief bestand, moet het geselecteerd kunnen worden of er al dan niet onderscheid moet worden gemaakt in de uitvoer als meerdere jobs door de PJL OPDRACHTNAAM en PJL EOJ NAAM commando's als scheidingstekens te behandelen.

Waarde instellen:

Uit: Uitvoer in één collectief bestand zonder de uitvoer in meerdere opdrachten te verdelen.

Aan: Uitvoer in meerdere opdrachten.

8/9

Wanneer u probeert om de functie voor direct afdrukken te gebruiken om een TIFF-bestand uit te voeren dat gecreëerd werd door het scannen van originelen met standaard formaat of een TIFF-bestand met standaard formaat gemaakt met een toepassing, vraagt de machine naar een aangepast papierformaat.

De tolerantie bij het detecteren van het papierformaat veranderen maakt de uitvoer mogelijk van een TIFF-bestand dat iets verschilt in formaat met een standaard papierformaat.

Waarde instellen:

• 8/9 = Uit/Uit: +0,9 mm tot -4,0 mm

• 8/9 = Aan/Uit: +0,9 mm tot -10,0 mm

• 8/9 = Uit/Aan: +0,9 mm tot -0,9 mm

12

De opdrachtenlijst op de machine moet de bestandsnamen weergeven die in het LPR-commande als namen van opdrachten worden opgegeven.

De opdrachtenlijst toont bestandsnamen die in het LPR-commando als opdrachtnamen worden weergegeven.

13

Een poging om lettertypes te installeren met de toepassing Font Management leidt tot een time-outfout.

Time-outfouten worden vermeden. Merk op dat de lettertypelijst van het hulpprogramma Font Management [HDD] zal weergeven worden als de lettertypes voor RAM-lettertypes.

16

Op Mac OS X 10.2 zal de uitvoer met het LPR-commande (-J) de LPR-banner niet afdrukken.

De LPR-banner wordt uitgevoerd.

Merk op dat de banner ook uitgevoerd wordt bij het gebruik van de LPR-poort van het printerstuurprogramma.

18

Voor PPML data kan de grootte van de afbeeldingszone zoals bepaald door de machine soms verschillen van de daadwerkelijke grootte.

De daadwerkelijke afbeeldingszone wordt herkend als de grootte van de afbeelding.

19/20/21/22

Voor PPML data, worden de map- of bestandsnamen meestal geschreven door middel van de UTF-8 tekencodering. Maar de map- of bestandsnamen kunnen wel verward raken afhankelijk van de gebruiksomgeving of de toepassing wanneer de PPML data een andere codering dan UTF-8 bevat.

De volgende vier schakelingen in combinatie instellen converteert de codering van de tekens naar UTF-8 en trekt scheefgetrokken tekens recht:

JIS verschuiven (voor Japanse Windows): 19/20/21/22 = Uit/Uit/Uit/Uit

windows-1252 (voor FIGS Windows): 19/20/21/22 = Aan/Uit/Uit/Uit

x-mswin-936 (voor Chinese Windows): 19/20/21/22 = Uit/Aan/Uit/Uit

x-windows-949 (voor Koreaanse Windows): 19/20/21/22 = Aan/Aan/Uit/Uit

x-MS950-HKSCS (voor Taiwanese Windows): 19/20/21/22 = Uit/Uit/Aan/Uit

26

PostScript-fout [Limitcheck] komt voor.

Het voorkomen van PostScript-fout [Limitcheck] wordt verminderd.

*Bij het afdrukken van een grote hoeveelheid opdrachten of grote opdrachten kan [Limietcheck] voorkomen.

Belangrijk:

Bij het veranderen van deze instelling moet u ervoor zorgen dat de subvoedingsschakelaar is uitgeschakeld en deze daarna terug inschakelen om de instelling te behouden.

29/30

De kleurconversie in controller-specifieke stijl kan niet gemaakt worden bij het afdrukken zonder het gebruik van een printerstuurprogramma of PageScope Direct Print.

In dit geval betekent "de kleurconversie in controller-specifieke stijl" de instellingen voor kleurconversie opgegeven met Color Centro.

De kleurconversiemethode kan veranderd worden voor het afdrukken zonder een printerstuurprogramma of PageScope Direct Print.

Belangrijk:

Bij het veranderen van deze instelling moet u ervoor zorgen dat de subvoedingsschakelaar is uitgeschakeld en deze daarna terug inschakelen om de instelling te behouden.

Waarde instellen:

• 29/30 = Uit/Aan: Een geïntegreerd profiel wordt gebruikt in de plaats van de kleurconversiemethode in controller-specifieke stijl.

• 29/30 = Aan/Uit: De kleurconversiemethode in controller-specifieke stijl wordt gebruikt en geïntegreerd profiel wordt niet gebruikt.

• 29/30 = Uit/Aan: De kleurconversiemethode in controller-specifieke stijl en ook het geïntegreerde profiel worden gebruikt.

31

TIFF-bestanden moeten zonder kleurconversie worden afgedrukt, niet met het geïntegreerd profiel.

Normaal wordt een TIFF-bestand dat met een profiel geïntegreerd is, als volgt onderworpen aan kleurconversie op basis van de instelling voor kleurconversie van PageScope Direct Print.

De kleurconversie staat op UIT.

Gebruik het geïntegreerd profiel voor kleurconversie.

De kleurconversie staat niet op UIT.

Het geïntegreerd profiel wordt genegeerd en de kleurconversie wordt uitgevoerd met het opgegeven profiel.

Om een TIFF-bestand uit te voeren zonder kleurconversie door het geïntegreerd profiel te negeren, stel de kleurconversie in op UIT en stel deze instelling in op Aan.

Waarde instellen:

UIt: Geïntegreerd profiel gebruiken

Aan: Geen geïntegreerd profiel gebruiken

33

Bij het uitvoeren van PCL-data in duplexmodus worden de blanco pagina's op de achterkanten genegeerd.

Blanco pagina's op de achterkanten worden ook afgedrukt. Deze blanco pagina's worden niet aangerekend.

34

Nadat een groot aantal PS-lettertypes werd gedownload, kan het lang duren vooraleer de machine de PS lijst met lettertypes afdrukt.

De machine kan de afdruksnelheid verbeteren voor de PS lijst met lettertypes door geen voorbeelden van gedownloade lettertypes uit te voeren maar enkel namen te geven op de lijst met lettertypes.

38

De banner wordt altijd uitgevoerd bij het afdrukken via Linux.

Het LPR-commando -C optie uitschakelen (genereren banner).

Waarde instellen:

Uit: C-optie inschakelen

Aan: C-optie uitschakelen

41

Bij het gebruik van IPv6+IPSec netwerken binnen hetzelfde subnet en indien de computer werkt zonder ICMPv6 uit te sluiten van IPSec zoals normaal gebeurt, moet de machine ook ingesteld worden om ICMPv6 niet uit te sluiten van IPSec.

ICMPv6 wordt niet uitgesloten van IPSec.

Belangrijk:

Bij het veranderen van deze instelling moet u ervoor zorgen dat de subvoedingsschakelaar is uitgeschakeld en deze daarna terug inschakelen om de instelling te behouden.

42

IEEE802.1X authenticatie met TTLS kan in bepaalde omgevingen niet gebruikt worden.

Stel in deze instelling de lengte van het IEEE802.1X Client Hello-pakket met bitwaarde inbegrepen op "0."

Belangrijk:

Schakel na de verandering de subvoedingsschakelaar op UIT en AAN om de instelling toe te passen.

43

Indien MIB (kmNetHttpdEnable) veranderd wordt van "uitschakelen" naar "inschakelen", wordt de netwerkinstelling op het bedieningspaneel "HTTP-serverinstelling" "Inschakelen" maar de instelling op PageScope Web Connection wordt niet aangepast. Selecteer of de instelling op het bedieningspaneel synchroniseert met de instelling op PageScope Web Connection.

Waarde instellen:

Uit: Synchroniseert het bedieningspaneel en PageScope Web Connection niet

Aan: Synchroniseert het bedieningspaneel en PageScope Web Connection

45/46

De kleurmodus moet gespecificeerd worden wanneer afdrukdata afgedrukt worden zonder het printerstuurprogramma en P.

De kleurmodus kan gespecificeerd worden.

Waarde instellen:

• 45/46 = Uit/Uit: Auto kleur

• 45/46 = Uit/Aan: 4-kleuren

• 45/46 = Aan/Uit: Grijswaarde

• 45/46 = Aan/Aan: Auto kleur

48/49

Afdrukken en/of opslaan moet beschikbaar zijn ongeacht het opgegeven stuurprogramma.

De volgende instellingen kunnen naar wens worden uitgevoerd. De opdracht die door het PCL-stuurprogramma werd verzonden, wordt niet opgeslagen.

Waarde instellen:

• 48/49 = Uit/Uit: UIT

• 48/49 = Off/On: Afdrukken

• 48/49 = Aan/Uit: Opslaan

• 48/49 = Aan/Aan: Afdrukken & Opslaan

51

Bij het versturen van een directe afdrukopdracht die papier vereist dat groter is dan het maximale papierformaat dat door de machine ondersteund wordt, kunt u het middelste gedeelte van de pagina afdrukken in werkelijke grootte in de plaats van een foutrapport.

Waarde instellen:

Uit: Drukt een foutpagina af (voor PS of PDF)

Drukt af op kleiner formaat. (Voor TIFF)

Aan: Het centrum afdrukken in werkelijke grootte

[Beperkingen]

*Deze instelling is beschikbaar voor PS, PDF en TIFF.

*Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer de Poster Afdrukken (Gesplitste modus, enz.) uitgeschakeld is.

[Beperkingen]

Beperkingen op het PostScript-bestand, PDF-bestand

Wanneer de instelling UIT is, en indien het paginaformaat groter is dan 330 mm 487 mm wordt een foutpagina uitgevoerd.

Wanneer de bannermodus ingeschakeld is en het paginaformaat groter is dan 330 mm 1200 mm wordt een foutpagina uitgevoerd.

Wanneer de instelling Aan is, en indien het paginaformaat groter is dan 1600 mm wordt een foutpagina uitgevoerd.

Beperkingen op het TFF-bestand

Wanneer de instelling Aan staat en indien het paginaformaat groter is dan 900 mm 1320 mm, kan de afbeelding offset zijn.

54

Specifieke PS of PDF-bestanden kunnen niet afgedrukt worden omdat CPSI stopt.

De CPSI-bandgrootte kan veranderd worden om te vermijden dat CPSI stopt. De bandgrootte veranderen kan verminderde prestaties veroorzaken, afhankelijk van het bestand.

Waarde instellen:

Uit: De bandgrootte niet veranderen

Aan: De bandgrootte veranderen

*Een verwerkingseenheid om een opdracht te verwerken, wordt de bandgrootte genoemd.

Belangrijk:

Schakel na de verandering de subvoedingsschakelaar op UIT en AAN om de instelling toe te passen.

59

Stel de echo terug EOT in wanneer de code EOT "0x04" ontvangen wordt bij het gebruik van het RAW-protocol.

Waarde instellen:

Uit: Geen echo terug EOT

Aan: Echo terug EOT

61

Randloos afdrukken moet beschikbaar zijn met PCL5.

Randloos afdrukken kan gebruikt worden met PCL5.

Waarde instellen:

Uit: Geen randloos afdrukken

Aan: Randloos afdrukken gebruiken

62

Bij het afdrukken van een afbeelding die verplaatst werd met de functie voor beeldoffset op het origineel dat groter is dan de standaard grootte met PageScope Direct Print (alleen PDF) mogen er geen delen van de afbeelding ontbreken.

Een beeld kan verplaatst worden met RIP om te vermijden dat een deel van de afbeelding ontbreekt.

Waarde instellen:

UIt: Een afbeelding met RIP niet verplaatsen

Aan: Een afbeelding met RIP verplaatsen

[Beperkingen]

• Deze instelling is beschikbaar voor de voorkant van PageScope Direct Print, niet de achterkant.
• Niet gegarandeerd voor originelen met gemengd formaat, de verwerking van de afwerking of andere verwerkingen.
• Beschikbaar voor PDF Direct printing. Maar APPE is niet beschikbaar. CPSI is beschikbaar.

64

Gebruik deze functie om de croptekens van een monochrome pagina in allen zwart (K) af te drukken en geen CMYK bij het afdrukken van data met croptekens.

Waarde instellen:

Uit: De croptekens afdrukken van een monochrome pagina in CMYK

Aan: De croptekens afdrukken van een monochrome pagina in zwart (K).

66

Bij het afdrukken krijgen de instellingen die ingesteld zijn met het stuurprogramma van de printer of PageScope Direct Print de voorrang op de instellingen die ingesteld worden met [Instelling direct afdrukken] in de [Controller] in de machine.
De instellingen die ingesteld worden met [Instelling direct afdrukken] moeten de voorrang krijgen.

Waarde instellen:

Uit: Bepaalt de prioriteit in de instellingen in het stuurprogramma van de printer/PageScope Direct Print

Aan: Geeft prioriteit [Instelling direct afdrukken]*

*[Instelling direct afdrukken] kan ook ingesteld worden in de instelling beheerder in PageScope Web Connection.

70

U moet kunnen selecteren of de geforceerde instelling van de afdrukmodus (voor PS data) van schakelnummer 48/49 al dan niet van toepassing is op een PCL-opdracht.

Waarde instellen:

Uit: Is niet van toepassing op een PCL-opdracht

Aan: Is van toepassing op een PCL-opdracht

[Beperkingen]

Een opgeslagen PCL-opdracht kan niet gebruikt worden in Job Centro.

73

Een manier om een opdracht te behandelen die verschilt van de papierinstellingen moet veranderd worden.
Selecteer om de opdracht tijdelijk te stoppen en te controleren of om de opdracht op de HDD op te slaan om de volgende opdrachten verder af te drukken.

Waarde instellen:

Uit: Stopt tijdelijk

Aan: Drukt niet af en slaat op de HDD op

[Beperkingen]

  • Alleen wanneer normaal afdrukken of Wachtrij afdruktaken geselecteerd zijn kunt u deze functie toepassen.

  • De toepassing is enkel PageScope Direct Print.

  • Bij het afdrukken met bannerpagina's wanneer Aan is geselecteerd, worden de bannerpagina's niet afgedrukt.

74/75

Een manier om een marge van RGB-waardefout voor grijsvervanging te behandelen moet veranderd worden.
De RGB-waarden mogen niet gelijk zijn aan de grijswaardebeelden op de toepassingen van Microsoft Office.
In dat geval moet de fout getolereerd worden om de grijsvervanging uit te voeren. (Anders worden de afbeeldingen als in kleur verwerkt).
Om dit probleem op te lossen, moet men een foutmarge instellen die R, G en B de gelijke waarden toekent.

Stel een foutmarge voor RGB in.

Waarde instellen:

74/75 = Uit/Uit: ±0

74/75 = Aan/Uit: ±3

74/75 = Aan/Uit: ±5

74/75 = Aan/Aan: ±10

79

Een niveau om aan te geven dat het tonerniveau laag is moet geschakeld worden.
Wanneer het tonerniveau op een bepaalde waarde staat of lager wordt een waarschuwing weergegeven.

Waarde instellen:

Uit: Toont een waarschuwing wanneer het tonerpeil 10% of lager is

Aan: Toont een waarschuwing wanneer het tonerpeil 30% of lager is

80

Gebruik deze functie indien u de afbeelding wil verschuiven (alleen PDF) van schakelnummer 62, ook om toe te passen op PS-opdrachten.

Deze instelling zal een afbeelding met RIP verplaatsen om te voorkomen dat een onderdeel ervan onvolledig afgedrukt wordt.

Waarde instellen:

UIt: Een afbeelding met RIP niet verplaatsen

Aan: Een afbeelding met RIP verplaatsen

Belangrijk:

  • Schakelnummer 62 moet ingeschakeld zijn.

  • Deze instelling is beschikbaar voor de voorkant van PageScope Direct Print, niet de achterkant.

  • Dit kan niet goed werken indien originelen met gemengd formaat of de verwerking van de afwerking wordt geselecteerd.

84

De machine moet het commando [LPQ-P] ondersteunen dat op Linux wordt gebruikt.

Waarde instellen:

Uit: De machine antwoordt niets, ook als u het commando [LPQ-P] ingeeft.

Aan: Als u het commando [LPQ-P] invoert, antwoordt de machine [Gereed] of [Niet gereed] afhankelijk van de status van de machine.

Belangrijk:

De specificaties voor [Gereed] en [Niet gereed] zijn de volgende:

  • [Gereed]: Kan opdrachten uitvoeren

  • [Niet gereed]: Kan niet automatisch gerecupereerd worden (in geval van fouten)

89

De informatie over de kleurinstellingen van het stuurprogramma moeten ingesteld zijn om de achtergrond transparant te laten eerder dan deze met wit te overdrukken.

Waarde instellen:

Uit: De achtergrond vullen met wit

Aan: Vul de achtergrond niet met wit om deze transparant te maken

91

Bij het gebruiken van grijsvervanging op gradatie-objecten in APPE worden de omgevende kleuren beïnvloed naast de doelkleur.

Gebruik deze functie om gebruikers in staat te stellen te selecteren of de grijsvervanging moet worden toegepast op gradatie-objecten of om geen grijsvervanging toe te passen en de omgevende kleuren te behouden.

Belangrijk:

Upgrade-kits (UK-207) zijn nodig voor het gebruik van de APPE-functie.

Waarde instellen:

Uit: De grijsvervanging uitvoeren op gradatie-objecten.

Merk op dat de omgevende kleuren hierdoor beïnvloed worden, evenals de doelkleur van de grijsvervanging.

Aan: De grijsvervanging niet uitvoeren op gradatie-objecten.

Dat behoudt de kleuren in het omgevende gebied.

93

Gebruik deze functie indien u de machine wil stoppen van het afdrukken van data indien deze speciale kleuren bevat die niet geregistreerd werden in de controller en in de plaats daarvan de data tijdelijk op de HDD op te slaan, een foutmelding op te maken en te wachten op de reactie van de gebruiker.

Stel de machine in om tijdelijk de afdrukdata op de harde schijf te bewaren, maak een foutmelding aan en wacht op de reactie van de gebruiker.

Waarde instellen:

Uit: Niet tijdelijk opslaan op harde schijf.

Aan: Tijdelijk opslaan op harde schijf.

[Beperkingen]

  • Alleen wanneer normaal afdrukken of Wachtrij afdruktaken geselecteerd zijn kunt u deze functie toepassen.

  • De toepassing is enkel PageScope Direct Print. Maar wanneer een PDF-bestand wordt uitgevoerd, is APPE niet beschikbaar. CPSI is beschikbaar.

  • Bij het afdrukken met bannerpagina's wanneer Aan is geselecteerd, worden de bannerpagina's niet afgedrukt.

94

Wanneer PPML-data afgedrukt wordt op vellen van gemengd formaat en gebruik maakt van recyclebare objecten, ontbreken er delen op sommige pagina's.

Gebruik deze functie om de instelling van de roteerpositie aan te passen om ervoor te zorgen dat er geen ontbrekende gebieden zijn, zelfs niet bij gebruik van recyclebare objecten.

Waarde instellen:

Uit: De roterende positie uitschakelen op recyclebare objecten.

Aan: De roterende positie inschakelen op recyclebare objecten.

101

Hoewel de machine de verwerking van de transmissie uitvoert voor elke status (meer dan één keer) wanneer het commando "@PJL INFO STATUS" wordt ontvangen en doorgestuurd, moeten de statussen samengebracht worden voor één verwerking van de transmissie.

Waarde instellen:

Uit: Verwerking van transmissie uitvoeren voor elke status

Aan: De statussen combineren om één verwerking van de transmissie uit te voeren

102

Verander de volgorde van de melding JobStart met commando "@PJL USTATUS_JOB_ON'' command from
JobStart1 -> JobStart2 -> ... JobEnd1 -> JobEnd2... to
JobStart1 -> JobEnd1 -> JobStart2 -> JobEnd2..., zodat de timing van de melding JobStart komt nadat het eerste vel wordt uitgevoerd.

Waarde instellen:

Uit: De melding JobStart wordt gegeven nadat alle opdrachten ontvangen zijn

Aan: De melding JobStart wordt gegeven nadat het eerste vel is uitgevoerd

107

Hotfolder moet PCL 5e-bestanden kunnen uitvoeren.

Waarde instellen:

Uit: Ondersteun PCL 5e niet

Aan: Ondersteun PCL 5e

Belangrijk:

Indien "Aan" geselecteerd is, voert de machine een groot aantal pagina's uit waarop binaire data wordt afgedrukt bij het behandelen van bestandsformaten die niet ondersteund worden door hotfolder (zoals jpeg).

108

De machine mag geen grote hoeveelheid pagina's uitvoeren waarop binaire data worden afgedrukt wanneer bestandsformaten die niet ondersteund worden (zoals jpeg) worden uitgevoerd vanuit elders dan de hotfolder (zoals Direct Print).

Vermits die formaten uitgevoerd worden op basis van PCL 5e kan het afdrukken van binaire data voorkomen worden door PCl 5e niet te ondersteunen. Indien "Aan" geselecteerd is, worden ze niet uitgevoerd maar behandeld als fouten.

Waarde instellen:

Uit: Ondersteun PCL 5e

Aan: Ondersteun PCL 5e niet

110

Op het direct afdrukken voor een specifieke PS-opdracht* wordt het aantal kopieën ingesteld door PJL niet toegepast en wordt slechts 1 kopie afgedrukt. Het toepassen van het aantal kopieën ingesteld door PJL.

*Een specifieke PS-opdracht betekent een opdracht met vaste informatie ingesteld door de Custom Operator van PS.

Het aantal kopieën dat door PJL wordt ingesteld krijgt de prioriteit.

116

Bij het afdrukken van PDF-bestanden met APPE moeten afbeeldingen gegenereerd worden op basis van de grootte van een afdrukbaar gebied.

Waarde instellen:

Uit: Op basis van de documentgrootte

Aan: Op basis van de grootte van de afdrukbare zone (dezelfde als CPSI)

[Beperkingen]

  • Enkel beschikbaar voor documenten met voltooide vorm.

132

Twee functies die in conflict treden met PCL-opdrachten,

  • Specificeer de tekstmarge en

  • Horizontale motie-index

kan tegelijkertijd ingesteld worden.

Instelling "Horizontale motie-index", compatibel met HP printers, moet prioriteit krijgen boven "Tekstmarge specificeren", die geprioritiseerd wordt met de standaard instellingen vermits de specificaties PCL-compatibel zijn.

Zet de schakelaar aan om de HP-compatibele specificaties te wijzigen.

Uit: Bepaalt prioriteit "Tekstmarge specificeren". (specificaties compliant met PCL)

Aan: Geeft prioriteit "Horizontale motie-index". (HP-compatibele specificaties)