Specificeer de tijdsperiode waarna tijdelijk bewaarde data automatisch wordt verwijderd. De standaardinstelling is [Opslaan].
Volg onderstaande procedure Beheerdersinstelling voor het weergeven van het scherm [Beheerdersinstelling].
Druk op [Beveiligingsinstelling] op het scherm [Beheerdersinstelling] en druk daarna achtereenvolgens op [HDD-beheerinstelling] en [Auto.verw.periode vast.taken].
Het scherm [Auto.verw.periode vast.taken] wordt weergegeven.
Selecteer de tijd die moet verstrijken alvorens vastgehouden opdrachten automatisch verwijderd worden.
Als u [Niet verwijderen] selecteert, voorkomt u dat data van de HDD automatisch verwijderd wordt.
Druk op [OK] om de instelling te voltooien.
Druk op [Annul.] om de wijziging te annuleren. In elk geval keert het scherm terug naar het scherm [HDD-beheerinstelling].