Indien het bericht [Instelling wordt weergegeven nadat de hoofdvoeding werd in- en uitgeschakeld] wordt weergegeven na de verandering van een instelling in de NIC-instelling controller, schakel dan de hoofdvoedingschakelaar van de machine uit en terug in.
De NIC-instelling kan ook ingesteld worden met PageScope Web Connection. Zie voor meer informatie Configuratie van het scherm Administrator Mode. Er zijn elementen die niet ingesteld kunnen worden door PageScope Web Connection.
Menu-item/Beschrijving | Items/opties instellen (met standaard in vet) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
01 TCP/IP-instelling Configureer de netwerkinstellingen om dit apparaat te gebruiken door verbinding te maken met de TCP/IP-omgeving. Het IP-adres kan gecontroleerd worden en de methode voor verwerving kan worden ingesteld, de DNS-server kan worden ingesteld in de huidige werkomgeving en de IPsec-instelling kan uitgevoerd worden op basis van de veiligheidscommunicatietechnologie als volgt. | ||||||||
TCP/IP-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Methode instellen IP-adres *1 (IPv4) | Auto instelling, Handmatig instellen | |||||||
Autom. instelling (IPv4) | ||||||||
DHCP instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
BOOTP-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
ARP/PING instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
AUTO IP instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Direct instelling | ||||||||
IP-adres | 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
Subnetmasker | 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
Standaard gateway | 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
IPv6 instelling | ||||||||
IPv6 instelling | Inschakelen, Uitschakelen*2 | |||||||
IPv6 autom. instelling | Inschakelen, Uitschakelen*3 | |||||||
IPv6 DHCP-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Algemeen adres | 0000:0000:0000:0000:0000: 0000:0000:0000 (1 tot 39 bytes)*4 | |||||||
Prefix lengte | 1 tot 128 (0) | |||||||
Koppeling lokaal adres | fe80: XXXX*5 | |||||||
Gateway-adres | 0000:0000:0000:0000:0000: 0000:0000:0000 (1 tot 39 bytes)*6 | |||||||
DNS server instelling | ||||||||
DNS server instelling (IPv4) | ||||||||
DNS server auto instell. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Primary DNS server | 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
Secundaire DNS-server 1 | 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
Secundaire DNS-server 2 | 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
DNS server instelling (IPv6) | ||||||||
DNS server auto instell. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Primary DNS server | 0000:0000:0000:0000:0000:0000: 0000:0000 (1 tot 39 bytes) | |||||||
Secundaire DNS-server 1 | 0000:0000:0000:0000:0000:0000: 0000:0000 (1 tot 39 bytes) | |||||||
Secundaire DNS-server 2 | 0000:0000:0000:0000:0000:0000: 0000:0000 (1 tot 39 bytes) | |||||||
Dynamische DNS instell. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Host naam | KM + laatste 6 cijfers van MAC Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
LLMNR-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
DNS domeinnaaminstelling | ||||||||
DNS domein auto verkrijg. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
DNS domeinnaam zoeken autom. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
DNS standaard domeinnaam | Tot 251 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 | |||||||
DNS zoek domeinnaam 1 | Tot 251 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 | |||||||
DNS zoek domeinnaam 2 | Tot 251 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 | |||||||
DNS zoek domeinnaam 3 | Tot 251 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 | |||||||
RAW-poort | ||||||||
RAW1-poort | 1 tot 65535 (9100) Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
RAW2-poort | 1 tot 65535 (9112) Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
RAW3-poort | 1 tot 65535 (9113) Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
RAW4-poort | 1 tot 65535 (9114) Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
RAW5-poort | 1 tot 65535 (9115) Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
RAW6-poort | 1 tot 65535 (9116) Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
IP-filtering | ||||||||
Instelling toelating | Inschakelen, Uitschakelen Bereik 1: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255)*9 Bereik 2: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255) Bereik 3: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255) Bereik 4: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255) Bereik 5: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
Denial instelling | Inschakelen, Uitschakelen Bereik 1: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255)*9 Bereik 2: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255) Bereik 3: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255) Bereik 4: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255) Bereik 5: Start 0.0.0.0 tot einde 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
Ipsec-instelling | Toestaan, Verbieden | |||||||
IKE-instelling / IKEv1 |
| |||||||
Coderingsalgoritme | DES-CBC, 3DES-CBC, AES-CBC | |||||||
AES-CBC-sleutellengte | 128, 192, 256 | |||||||
Authenticatie-algoritme | MD5, SHA-1, SHA-2 | |||||||
SHA-2 sleutellengte | 256, 384, 512 | |||||||
Geldigheidsduur sleutel | 600 tot 604800 (28800) (sec.) | |||||||
Diffie-Hellman-groep | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14 | |||||||
IKEv1 onderhand.functie | Hoofdmodus, Agressieve modus | |||||||
IKE-instelling / IKEv2 | ||||||||
Coderingsalgoritme | DES-CBC, 3DES-CBC, AES-CBC | |||||||
AES-CBC-sleutellengte | 128, 192, 256, 128 en 192, 192 en 256, Alle | |||||||
Authenticatie-algoritme | MD5, SHA-1, SHA-2, AES-XCBC | |||||||
SHA-2 sleutellengte | 256, 384, 512, 256 en 384, 384 en 512, Alle | |||||||
Geldigheidsduur sleutel | 600 tot 604800 (28800) | |||||||
Differ-Hellman-groep |
| |||||||
Prior. 1 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
Prior. 2 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
Prior. 3 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
Prior. 4 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
Ipsec-instelling/IPsec SA instelling | Tot 10 groepen kunnen worden ingesteld. | |||||||
Groep 1 tot Groep 10 | Tot 10 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
SA-instelling | Gebruiken, Niet gebruiken | |||||||
Ingekapselde modus | Tunnelfunctie, Transport | |||||||
Beveiligingsprotocol | AH, ESP | |||||||
Toetsuitwisselingsmethode | IKEv1, IKEv2, Handm. sleutel | |||||||
Authenticatiemethode | Vooraf gedeelde sleutel, Digitale handtek. | |||||||
ESN | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Detectie relais | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
ESP-coderingsalgoritme | DES-CBC, 3DES-CBC, AES-CBC, AES-CTR, AES-GCM, AES-GCS-64, | |||||||
AES-CBC-sleutellengte | 128, 192, 256, 128 en 192, 192 en 256, Alle | |||||||
AES-CTR sleutellengte | 128, 192, 256, 128 en 192, 192 en 256, Alle | |||||||
AES-GCM sleutellengte | 128, 192, 256, 128 en 192, 192 en 256, Alle | |||||||
AES-GCM-64 sleutellengte | 128, 192, 256, 128 en 192, 192 en 256, Alle | |||||||
ENC-NULL-AES-GMAC Sleutellengte | 128, 192, 256, 128 en 192, 192 en 256, Alle | |||||||
AH-auth. algoritme | MD5, SHA-1, SHA-2, AES-XCBC | |||||||
SHA-2 sleutellengte | 256, 384, 512, 256 en 384, 384 en 512, Alle | |||||||
AH-auth. algoritme | MD5, SHA-1, SHA-2, AES-GMAC, AES-XCBC | |||||||
SHA-2 sleutellengte | 256, 384, 512, 256 en 384, 384 en 512, Alle | |||||||
AES-GMAC sleutellengte | 128, 192, 256, 128 en 192, 192 en 256, Alle | |||||||
Destroy Time after Setup | ||||||||
Destroy Time after Setup | 600 tot 604800 (3600) (sec.) | |||||||
Perf.hemligh.af videres. | Gebruiken, Niet gebruiken | |||||||
Diffie-Hellman-groep |
| |||||||
IKEv1 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
IKEv2 |
| |||||||
Prior. 1 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
Prior. 2 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
Prior. 3 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
Prior. 4 | Groep 1, Groep 2, Groep 5, Groep 14, UIT | |||||||
Coderingsalgoritme | DES-CBC, 3DES-CBC, AES-CBC, NULL | |||||||
AES-CBC-sleutellengte | 128, 192, 256 | |||||||
Authenticatie-algoritme | MD5, SHA-1, SHA-2, AES-XCBC, NONE | |||||||
SHA-2 sleutellengte | 256, 384, 512 | |||||||
SA-index | ||||||||
Ontvangen | 256 tot 4294967295 | |||||||
Verzenden | 256 tot 4294967295 | |||||||
Algemene toetsen cod. | ||||||||
Ontvangen | ||||||||
Verzenden | ||||||||
Algemene toetsen auth. | ||||||||
Ontvangen | ||||||||
Verzenden | ||||||||
IPsec-instelling/Peer | Tot 10 groepen kunnen worden ingesteld. | |||||||
Groep 1 tot Groep 10 | Tot 10 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
IP-adres instellen | ||||||||
IP-adres instellen | Één adres, Subnetinstellingen, Bereik instellen | |||||||
Unicast-adresinstellingen | IPv4-wijziging, IPv6-wijziging | |||||||
Subnet opgeven | IP-adres: IPv4-wijziging, IPv6-wijziging Subnetmasker: IPv4-wijziging, IPv6-wijziging | |||||||
Bereik instellen | Start: IPv4-wijziging, IPv6-wijziging Einde: IPv4-wijziging, IPv6-wijziging | |||||||
Vooraf gedeelde sleutel | Tot 128 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Sleutel-ID | Tot 128 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
IPsec instelling/Protocolinstelling | Tot 10 groepen kunnen worden ingesteld. | |||||||
Groep 1 tot Groep 10 Namen | Tot 10 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Identificatieprotocol | Niet opgegeven, TCP, UDP, ICMP, ICMPv6 | |||||||
Poortnummer | Poortnummer, Bereik instellen | |||||||
Poortnummer | Vanaf/Start: 1 tot 65535 Bestemming/Einde: 1 tot 65535 | |||||||
Bereik instellen | Vanaf/Start: 1 tot 65535 Vanaf/Einde: 1 tot 65535 Bestemming/Start: 1 tot 65535 Bestemming/Einde: 1 tot 65535 | |||||||
IPsec-instelling/IPsec-beleid | Tot 10 groepen kunnen worden ingesteld. | |||||||
Groep 1 tot Groep 10 Namen | Tot 10 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Peer | 1 tot 10 toetsen | |||||||
Protocolinstelling | 1 tot 10 toetsen | |||||||
Ipsec-instelling | 1 tot 10 toetsen | |||||||
Richting | Beide, Zenden, Ontvangen | |||||||
Actie | Beschermd, Toestaan, Weigeren, Annuleren | |||||||
Detectie niet-reagerende peer | 15, 30, 45, 60, 75, 105, 120 | |||||||
Cookies | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
ICMP-pass | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
ICMPv6-pass | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Standaard actie | Toestaan, Weigeren | |||||||
IPsec-instelling/Verbinding controleren | ||||||||
PING bevestiging | ||||||||
Ping verzendadres | IPv4-wijziging, IPv6-wijziging | |||||||
Verbinding controleren | Start | |||||||
Logboek communicatiefout | ||||||||
02 NetWare-instelling Configureer de instellingen om deze machine in de netwerkomgeving te gebruiken, zoals de IPX-omgeving. | ||||||||
<Netware-instelling> | ||||||||
IPX instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Ethernet-frametype | Auto detectie, 802.2, 802.3, Ethernet II, 802.3SNAP | |||||||
NetWare-afdrukmodus | Uitschakelen, Pserver, Nprinter, Rprinter | |||||||
Nprinter/Rprinter Set | ||||||||
Printservernaam | KM + laatste 6 cijfers van MAC-adres Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Printernummer | 0 tot 255 (255) | |||||||
Pserver instelling | ||||||||
Printservernaam | KM + laatste 6 cijfers van MAC-adres Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Printserver wachtwoord | Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Polling Interval | 1 tot 65535 (1) (sec.) | |||||||
Bindery/NDS instelling | NDS, Bindery/NDS | |||||||
File servernaam | Tot 47 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
NDS contextnaam | Tot 191 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
NDS tree naam | Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Status | ||||||||
Servernaam, Wachtrijnaam | ||||||||
03 HTTP-serverinstelling Selecteer of PageScope Web Connection (PSWC) gebruikt moet worden of configureer een gebruiksomgeving voor IPP-afdrukken. | ||||||||
<HTTP-serverinstelling> | ||||||||
HTTP server instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
PSWC-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
IPP-instelling | ||||||||
IPP-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
IPP opdracht accepteren | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
<HTTP-serverinstelling/IPP-instelling> | ||||||||
Operation Support nummer | ||||||||
Afdrukopdracht | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
Opdracht valideren | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
Opdracht annuleren | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
Opdracht attributen openen | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
Opdracht openen | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
Print attrib. openen | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
Printerinformatie | ||||||||
Printernaam | Tot 127 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Printerlocatie | Tot 127 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Printerinformatie | Tot 127 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Printer-URI | Niet wijzigbaar | |||||||
IPP auth. Instelling | ||||||||
IPP auth. Instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Authenticatiemethode | Aanvraag gebr-naam, basis, digest | |||||||
Gebruikersnaam | user Tot 20 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Wachtwoord | pass Tot 20 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
realm | IPP Tot 127 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
04 WebDAV-instelling WebDAV-instelling is niet beschikbaar op deze machine. | ||||||||
05 FTP-instelling FTP-instelling is niet beschikbaar op deze machine. | ||||||||
06 SNMP-instelling Configureer de instellingen om machine-informatie te verwerven of de machine te controleren. | ||||||||
<SNMP-instelling> | ||||||||
SNMP-instelling | ||||||||
SNMP-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
SNMPv1/v2c (IP) | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
SNMPv3 (IP) | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
SNMPv1 (IPX) | Inschakelen, Uitschakelen*8 | |||||||
UDP poortnummer | ||||||||
UDP poortnummer | 1 tot 65535 (161) | |||||||
<SNMP-instelling/SNMPv1/v2c-instelling> | ||||||||
Read community-naam inst | ||||||||
Read community-naam | publiek Tot 15 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Write comm.-naam inst | ||||||||
Schijfpermissie instell. | Toestaan/Niet toestaan*8 | |||||||
Write community-naam | intern gebruik Tot 15 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
<SNMP-instelling/SNMPv3-instelling> | ||||||||
Context Name instelling | ||||||||
Contextnaam | Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Discovery User Name Set | ||||||||
Discovery User PermitSet | Toestaan/Niet toestaan*8 | |||||||
Opsporing gebruikersnaam | publiek Tot 32 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *10 | |||||||
Read User Name instell. | ||||||||
Read-gebruikersnaam | Tot 32 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *10 | |||||||
Beveiligingsniveau | Geen toegang, auth-wachtwoord, auth-wachtwoord/priv-wachtw. | |||||||
<SNMP/SNMPv3/Inst.read-gebruikersnaam> | ||||||||
Wachtwoordinstellingen | ||||||||
Read User auth-wachtw. | AuthWachtwoord 8 tot 31 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Read User priv-wachtw. | PrivWachtwoord 8 tot 31 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
<SNMP/SNMPv3/Instelling write-gebruikersnaam> | ||||||||
Write User auth-wachtw. | ||||||||
Write User Name | Beperken Tot 32 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Beveiligingsniveau | Geen toestemming, auth.wachtwoord, auth.wachtw./privéwachtw.*10 | |||||||
Wachtwoordinstellingen | ||||||||
Write User auth-wachtw. | 8 tot 31 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. MAC-adres (dubbele punten ":" niet meegerekend) | |||||||
Write User priv-wachtw. | 8 tot 31 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. MAC-adres (dubbele punten ":" niet meegerekend) | |||||||
<SNMP-instelling/SNMPv3-instelling> | ||||||||
Authenticatie-algoritme | DES, AES‑128 | |||||||
Authenticatiemethode | MD5SHA‑1 | |||||||
SNMP-instelling | ||||||||
TRAP Permission instel. | Toestaan, Verbieden | |||||||
TRAP instel. (auth. fout) | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
07 SMB-instelling Een gebruiksomgeving configureren voor SMB (Server Message Block). | ||||||||
<SMB-instelling> | ||||||||
SMB Send instelling | ||||||||
SMB Send instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
NTLM instelling | NTLMv1, NTLMv2, NTLMv1/NTLMv2, Kerberos, Kerb./NTLMv1/v2 | |||||||
DFS-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Publicatiedienst. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Standaard domeinnaam | Tot 64 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Afdrukinst. | ||||||||
Afdrukinst. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
NetBIOS-naam | KM + laatste 6 cijfers van MAC-adres Tot 15 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Servicenaam afdrukken | DRUK_C71CF Tot 12 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Werkgroep | WERKGROEP | |||||||
<SMB/WINS-instelling> | ||||||||
SMB Setting | ||||||||
SMB Setting | Toestaan, Verbieden | |||||||
WINS Auto instelling | Toestaan, Verbieden | |||||||
WINS Server adres | ||||||||
WINS-serveradres 1 | 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
WINS-serveradres 2 | 0.0.0.0 (0 tot 255) | |||||||
Node Type instelling | B Node, P Node, M Node, H Node | |||||||
Inst. direct hosting | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
08 AppleTalk-instelling Bij gebruik op Mac OS, configureer een gebruiksomgeving voor AppleTalk. | ||||||||
AppleTalk-instelling | ||||||||
AppleTalk-instelling | Toestaan, Verbieden | |||||||
Printernaam | KM + laatste 6 cijfers van MAC-adres Tot 31 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Zonenaam | * Tot 31 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Huidige zone | Niet wijzigbaar | |||||||
09 Bonjour-instelling Bij gebruik op Mac OS, configureer een gebruiksomgeving voor Bonjour. | ||||||||
Bonjour-instelling | ||||||||
Bonjour-instelling | Toestaan, Verbieden | |||||||
Bonjour-naam | Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
10 E-Mail instelling Configureer de instellingen om de alarme-mail te gebruiken. | ||||||||
SMTP instelling | ||||||||
SMTP instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
SMTP-serveradres | IPv4-wijziging 0.0.0.0 (0 tot 255) IPv6-wijziging 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0 Hostnaam-wijziging Tot 253 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 | |||||||
SSL-instelling | SMTP over SSL, TLS starten, Uitschakelen | |||||||
Poortnummer | 1 tot 65535 (25) | |||||||
Poortnummer (SSL) | 1 tot 65535 (465) | |||||||
Connectie time-out tijd | 30, 60, 90, 120, 150, 180, 210, 240, 270, 300 (sec.) | |||||||
Binaire splitsing | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Gesplitst e-mailgrootte | 100 tot 15000 (500) (stap: 100) (K byte) | |||||||
Server Quantity | 0 tot 100 (0) (M byte) Geef "0" op om dit onbeperkt te maken. | |||||||
Cert. verificatieniveau | ||||||||
Vervaldatum | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
CN | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Toetsengebruik | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Keten | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Controle herroeping | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
SMTP instelling | ||||||||
POP voor SMTP | Inschakelen, uitschakelen (sec) | |||||||
Auth | ||||||||
SMTP-authenticatie | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
POP vóór SMTP-tijd | ||||||||
POP vóór SMTP-tijd | 0 tot 60 (0) | |||||||
SMTP auth. instelling | ||||||||
User ID | Tot 255 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Wachtwoord | Tot 128 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
realm | Tot 255 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
POP instelling | ||||||||
POP-serveradres | IPv4-wijziging 0.0.0.0 (0 tot 255) IPv6-wijziging 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0 (1 tot 39 bytes) Hostnaam-wijziging Tot 253 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 | |||||||
Aanmeldingsnaam | Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Wachtwoord | Tot 15 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
APOP-authenticatie | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
SSL-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Poortnummer | 1 tot 65535 (110) | |||||||
Poortnummer (SSL) | 1 tot 65535 (995) | |||||||
Connectie time-out tijd | 30, 60, 90, 120, 150, 180, 210, 240, 270, 300 (sec.) | |||||||
Cert. verificatieniveau | ||||||||
Vervaldatum | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
CN | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Toetsengebruik | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Keten | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Controle herroeping | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
11 TCP-socketinstelling Geeft aan of functies ingeschakeld moeten worden zoals een communicatie met het TWAIN-stuurprogramma (TCP Socket-instellingen) en papierinformatie in de PageScope Web Connection in verband met de Flash Player (TCP socket(ASCII-modus)). | ||||||||
TCP-socketinstelling | ||||||||
TCP-socketinstelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Poortnummer | 1 tot 65535 (59158) | |||||||
SSL-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Poortnummer (SSL) | 1 tot 65535 (59159) | |||||||
TCP Socket (ASCII Mode) | ||||||||
TCP Socket (ASCII Mode) | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Poortnummer (ACSII Mode) | 1024 tot 65535 (59160) | |||||||
12 OpenAPI instelling Een omgeving configureren voor het gebruik van software voor een communicatietoepassing in verband met deze machine. | ||||||||
<OpenAPI-instelling> | ||||||||
OpenAPI-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
SSL-instelling | SSL/Niet-SSL, Alleen SSL, Alleen niet-SSL | |||||||
Auth | ||||||||
Auth | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Aanmeldingsnaam | Tot 8 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Wachtwoord | Tot 8 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Poortnummer | 1 tot 65535 (50001) | |||||||
Poortnummer (SSL) | 1 tot 65535 (50003) | |||||||
Cert. verificatieniveau | ||||||||
Klientcert. | Vragen, niet vragen | |||||||
Vervaldatum | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
CN | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Toetsengebruik | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Keten | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Controle herroeping | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
13 Web Service instelling Een gebruiksomgeving configureren voor de Webservice-functie. | ||||||||
Web Service instelling | ||||||||
Vriendelijke naam | KM + laatste 6 cijfers van MAC-adres Tot 62 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
SSL-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Afdrukinst. | ||||||||
Afdrukinst. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Printernaam | KM + laatste 6 cijfers van MAC-adres Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Printerlocatie | Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Printerinformatie | Tot 63 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Instelling webservice-uitbreiding | ||||||||
Proxy 1 tot 3 | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
SSL-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Host naam | IPv4-wijziging 0.0.0.0 (0 tot 255) IPv6-wijziging 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0 (1 tot 39 bytes) Hostnaam-wijziging Tot 253 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 | |||||||
Poortnummer | 1 tot 65535 (80) | |||||||
bestandspad | Waarde instellen: Tot 255 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
14 JSP-instelling Een gebruiksomgeving configureren voor de op JAVA gebaseerde software voor communicatietoepassing zoals Color Centro. | ||||||||
<JSP-instelling> | ||||||||
JSP-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
SSL-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Auth | ||||||||
Auth | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Aanmeldingsnaam | Onbekend Tot 8 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Wachtwoord | wijzigen Tot 8 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Poortnummer | 30081 tot 30090 (30081) | |||||||
Poortnummer (SSL) | 30081 tot 30090 (30082) | |||||||
15 LDAP-instelling De LDAP-instelling is niet beschikbaar op deze machine. | ||||||||
16 IEEE802.1X-authenticatie-instelling Configureer de IEEE802.1X-authenticatie-instellingen. | ||||||||
Authenticatiestatus | ||||||||
IEEE802.1X-authenticatie-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Aanvraaginstelling | *U kunt de instellingen voor een aanvraaginstelling (authenticatie klant) configureren bij instelling beheerder onder PageScope Web Connection. | |||||||
Cert. verificatieniveau | ||||||||
Vervaldatum | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
CN | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
Keten | Bevestigen, Niet bevestigen | |||||||
17 Instelling hotfolder Een gebruiksomgeving configureren voor hotfolder. | ||||||||
Instelling hotfolder | ||||||||
Hotfolderfunctie | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Printvolgorde | Volgorde start kopiëren bestand, Volgorde voltooien kopiëren bestand | |||||||
Gebruikersinstelling | Registreren, Bewerken, Verwijderen | |||||||
Nr. | 001 tot 999 | |||||||
Gebruikersnaam | Tot 20 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Wachtwoord | Tot 20 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Mapinstelling | Registreren, Bewerken, Verwijderen | |||||||
Wachtwoord | Tot 20 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Nr. | 001 tot 999 | |||||||
Openbaar | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Mapnaam | Tot 80 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Uitvoermethode | Afdrukken, Vasthouden en Afdrukken & Vasthouden, | |||||||
Afgedrukt bestand verwijderen | Verwijderen, Opslaan | |||||||
Auth | Gast, Geregistreerde gebruiker | |||||||
Prioriteit afdrukinstelling | Afdrukinstelling elke opdracht, Afdrukinstelling hotfolder | |||||||
Afdrukinstelling*11 | 01 PDL 02 Volgorde 03 Sets 04 Richting 05 Pos. afb. 06 Kwaliteit 07 Invoerrichting 08 Papiertype 09 Kleurconfiguratie 10 Puntkleurtabel van uw voorkeur | |||||||
Alle afgedrukte bestanden verwijderen | Ja, Nee | |||||||
18 Detail instelling Configureer de instellingen voor statusmelding of PING-bevestiging om na te gaan of deze verbonden zijn met deze machine. | ||||||||
<Detailinstelling> | ||||||||
Apparaat instelling | ||||||||
MAC-adres | Het Mac-adres voor de machine wordt weergegeven. | |||||||
Netwerksnelheid | Auto instelling, 10Mbps Half Duplex, 10Mbps Full Duplex, 100Mbps Half Duplex, 100Mbps Full Duplex | |||||||
<Detailinstelling/Tijdaanpassingsinst> Configureer de instellingen om automatisch de informatie over datum en tijd te verwerven voor de machine van de Network Protocol Server (NTP). | ||||||||
NTP instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
NTP-serveradres | ||||||||
Autom. NTP-serveradres | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
NTP-serveradres | IPv4-wijziging 0.0.0.0 (0 tot 255) IPv6-wijziging 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0 (1 tot 39 bytes) Hostnaam-wijziging Tot 253 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 | |||||||
Poortnummer | 1 tot 65535 (123) | |||||||
Auto aanpassing tijd | Gebruiken, Niet gebruiken | |||||||
Polling Interval | 1 tot 240 (24) (uur) | |||||||
<Statusmelding/Waarsch. e-mail> Configureer de instelling om een kennisgeving te sturen naar bepaalde bestemmingen wanneer een alarm wordt gegeven op de machine zoals een papierstoring. | ||||||||
Groep | 1 tot 5 (1) | |||||||
Waarsch. e-mail instell. | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Trans e-mailadres | Tot 250 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Trans items | Service-oproep, Tonerafvalbak vol, tonertoevoer, JAM, PM-oproep, HDD(Pre-RIP/Form/RIPed Data) Bijna vol, HDD(Copy/RIPed Data) Bijna vol | |||||||
<Statusmelding/SNMP Trap> | ||||||||
Groep | 1 tot 5 (1) | |||||||
Trans instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Trans adres | IPv4-wijziging 0.0.0.0 (0 tot 255) IPv6-wijziging 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0 Hostnaam-wijziging Tot 253 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Trans poortnummer | 1 tot 65535 (162) | |||||||
Trans Community naam | publiek Tot 15 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Trans items | Service-oproep, Tonerafvalbak vol, tonertoevoer, JAM, PM-oproep, HDD(Pre-RIP/Form/RIPed Data) Bijna vol, HDD(Copy/RIPed Data) Bijna vol | |||||||
Trans instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Trans IPX netwerkadres | 00: 00: 00: 00 | |||||||
Trans IPX-knooppuntadres | 00: 00: 00: 00: 00: 00 | |||||||
Trans IPX Community naam | publiek Tot 15 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. | |||||||
Trans items | Service-oproep, Tonerafvalbak vol, tonertoevoer, JAM, PM-oproep, HDD(Pre-RIP/Form/RIPed Data) Bijna vol, HDD(Copy/RIPed Data) Bijna vol | |||||||
PING bevestiging Controleer of het verbonden toestel en de machine beschikbaar zijn voor communicatie. | ||||||||
Ping verzendadres | IPv4-wijziging 0.0.0.0 (0 tot 255) IPv6-wijziging 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0: 0 (1 tot 39 bytes) Hostnaam-wijziging Tot 253 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. *7 Verbinding controleren | |||||||
Verbinding controleren | Start | |||||||
LPD instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
LLTD-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
SSDP-instelling | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
Cert. verificatie-inst. | AAN, UIT | |||||||
Gebruik SS-versie | SSL3.0, TLS1.0, TLS1.1, TLS1.2 | |||||||
AD auth. LDAP over SSL | Inschakelen, Uitschakelen | |||||||
AD Auth. LDAP over SSL Poortnummer | 1 tot 65536 (636) | |||||||
Netwerkinstelling wissen | Netwerkinstelling wissen, starten |
*1: | Selecteer [Autom. instelling] om "DHCP-instelling," "BOOTP-instelling," "ARP/PING-instelling," en "AUTO IP-instelling" beschikbaar te maken. De selectie veranderen van [Autom. instelling] naar [Directe instelling] maakt de instellingen voor "DHCP-instelling" en "BOOTP-instelling" ongeldig. Ook het veranderen van [Directe instelling] naar [Autom. instelling] valideert de instellingen voor "DHCP instelling", "BOOTP instelling", "ARP/PING instelling" en "AUTO IP-instelling". |
*2: | Als u [Uitschakelen] selecteert voor "IPv6-instelling" schakelt u deze functie uit, ook als [Inschakelen] geselecteerd is voor "IPv6 Auto-instelling." In PageScope Web Connection wordt de drop-downlijst van ''IPv6 Auto-instelling" gedimd weer te geven om aan te geven dat deze niet actief is. |
*3: | Als u [Uitschakelen] selecteert voor "IPv6 Auto instelling" maakt u de wijziging mogelijk van de instelling van "algemeen adres," "lengte lengte prefix" en "Adres gateway." |
*4: | Niet beschikbaar voor de bereiken vanaf fe80: : tot febf: ffff: ffff: ffff: ffff: ffff: ffff: ffff, en van ff00: : tot ffff: ffff: ffff: ffff: ffff: ffff: ffff: ffff. |
*5: | XXXX wordt berekend aan de hand van het MAC adres. |
*6: | Alleen beschikbaar voor het bereik van fe80: 0: 0: 0: : tot fe80: 0: 0: 0: ffff: ffff: ffff: ffff. |
*7: | Tot 253 tekens van één byte met punten kunnen worden ingegeven voor de hostnaam. Om 64 tekens of meer in te voeren, moet u punten (.) gebruiken om de tekens van elkaar te scheiden. |
*8: | Indien u de instellingen opgeeft met PageScope Web Connection veranderen de instelwaarden naar Inschakelen of Toestaan wanneer 0 wordt ingevoerd. Wanneer de selectievakjes niet zijn aangevinkt, veranderen de waarden in uitschakelen of verbieden. |
*9: | Slechts één IP adres, geen bereik, kan op drie manieren worden toegestaan/geweigerd. Om bijvoorbeeld alleen 192.168.11.22 toe te staan/te weigeren, voert u het volgende in: 192.168.11.22 - 0.0.0.0 0.0.0.0 - 192.168.11.22 192.168.11.22 - 192.168.11.22 |
*10: | "Opsporing gebruikersnaam" kan niet worden opgegeven met hetzelfde gegeven als dat voor "Read-gebruikersnaam" of "Write-gebruikersnaam". |
*11: | Voor meer details over de Afdrukinstelling, zie Basisinstellingen: Basisinstellingen directe afdruk registreren. |