Voer deze instelling uit om de gekartelde omtreklijnen van tekst of lijnafbeeldingen vloeiend te maken.
Deze instelling is alleen effectief wanneer 1200 dpi uitvoerafbeeldingen moeten worden verwerkt door de image controller. De machine of de image controller vereisten niet dat de bewerking opnieuw wordt gestart na het wijzigen van de instelling.
Volg onderstaande procedure Beheerdersinstelling voor het weergeven van het scherm [Beheerdersinstelling].
Druk op [Systeeminstelling] op het scherm [Beheerdersinstelling] en druk daarna achtereenvolgens op [Expert aanpassing], [Kwaliteitsaanpassing] en [Controller afb.comp. inst.].
Het scherm [Instelling compressie controllerbeeld] wordt weergegeven.
Selecteer [Gradatie prioriteit] of [Resolutieprioriteit] rechts van [Afbeeldingscompressie(1200dpi)].
Wanneer u [Resolutieprioriteit] selecteert, kunt u de gekartelde randen van tekst of lijnafbeeldingen vloeiender maken.
Druk op [OK] om de instelling te voltooien.
Druk op [Annul.] om de wijziging te annuleren. In elk geval keert het scherm terug naar het scherm [Kwaliteitsaanpassing].