Wijzig de printergammacurve om de gradatie en de achtergronddensiteit gemarkeerd aan te passen. Deze aanpassing is vereist wanneer de reproduceerbaarheid van de kleur varieert afhankelijk van de selectie van scherm.
Voer deze aanpassing uit na het uitvoeren van [Autom.gamma aanp.] van [Aanpassing uitvoeren] op het scherm [Aanpassingsmenu] of [Autom.gamma aanp.] vanuit het scherm [Menu toepassing] door te drukken op [Instelling beheerder] - [Systeeminstelling] - [Expert aanpassing] - [Aanpassing uitvoeren] om de automatische aanpassing van het gamma te voltooien. Voor meer informatie over [Autom.gamma aanp.], zie Aanpassing uitvoeren: Aanpassen in de aanpassingsmodus of Aanpassing uitvoeren: Aanpassingsbewerkingen uitvoeren.
Voer deze aanpassing voornamelijk uit wanneer het printergamma fijn moet worden aangepast.
Volg onderstaande procedure Beheerdersinstelling voor het weergeven van het scherm [Beheerdersinstelling].
Druk op [Systeeminstelling] op het scherm [Menu beheerdersinstelling] en druk daarna achtereenvolgens op [Expertaanpassing], [Kwaliteitsaanpassing] en [Printer Gamma Offset aanp.].
Het scherm [Aanpassing gammaverschuiving printer] wordt weergegeven.
Gebruik [Volgende] en [Vorige] om het scherm te selecteren voor aanpassing.
Contone is het scherm dat gebruikt wordt in teksten wanneer Scherm 1 of Scherm 2 gebruikt wordt, en vergt deze aanpassing niet.
Druk op [Printmodus].
Het scherm [AFDRUKFUNCTIE] wordt weergegeven.
Controleer de papierinstellingen op het scherm en druk op Start op het bedieningspaneel.
Om de papierinstelling te veranderen, druk op [Papierinstelling], en geef dan het papier op dat gebruikt moet worden vanuit [Wijzig instelling] of [Oproepen].
Er wordt een testgrafiek afgedrukt.
Om een testgrafiek af te drukken, druk op [Direct stoppen] op het scherm [MACHINE] op het tiptoetsscherm van de hoofdeenheid. Daarmee kunt u de testgrafiek zien dicht bij de toevoersectie.
Druk op [Afdr.mod. afsl.] om terug te keren naar het scherm [Aanpassing afdrukken gammaverschuiving].
Controleer de uitvoertabel.
Controleer of de markeringen van C en K uniform starten en uitgelijnd op de grijze basislijn [1] verschijnen.
Breng indien nodig een aanpassing aan.
Druk op de kleurentoets (C of K) die moet worden aangepast en gebruik vervolgens de cijfertoetsen op het tiptoetsscherm of het toetsenbord op het bedieningspaneel om de gewenste aanpassingswaarde in te voeren.
Gebruik [+/-] om op te geven of de waarde positief of negatief moet zijn.
Druk op [Instellen] om de huidige waarde te wijzigen.
Aanpassingsbereik: ‑128 (lichter) tot +127 (donkerder)
Herhaal stap 4 tot 8 tot het gewenste resultaat verkregen wordt.
Focus daarop op het patroon van grijswaarden [1] dat gecreëerd wordt met C, M en Y en controleer of de grijsbalans uniformiteit vertoont in de onderdelen van de vierkante markeringen [2] en [3].
Als de grijsbalans een verschil toont, drukt u op de kleurentoets (Y of M) die moet worden aangepast. Gebruik vervolgens de cijfertoetsen van het tiptoetsscherm of het toetsenbord op het bedieningspaneel om de gewenste aanpassingswaarde in te voeren.
Gebruik [+/-] om op te geven of de waarde positief of negatief moet zijn.
Druk op [Instellen] om de huidige waarde te wijzigen.
Aanpassingsbereik: ‑128 (lichter) tot +127 (donkerder)
Volg de onderstaande procedure om de grijsbalans aan te passen.
Richt u op de 49 grijswaarden [4] die zijn gemaakt met C, M en Y. Deze 49 patches tonen u dat M dieper wordt naar rechts en Y dieper naar onder. C is vast. De kleur van de vlek in het midden [5] is dezelfde als het grijs [3].
De kleur van de vlekken in de vier hoeken [6] van de vlek [5] is dezelfde als het grijs [2]. Selecteer grijs van dezelfde tint als dat van het grijs [6] uit 49 patches.
Wanneer de geschikte patch zich in het gebied onderaan rechts van de centrale patch [5] bevat: pas M en Y aan in positieve richting.
Wanneer de geschikte patch zich in het gebied bovenaan links van de centrale patch [5] bevat: pas M en Y aan in negatieve richting.
Druk op [Printmodus].
Het scherm [AFDRUKFUNCTIE] wordt weergegeven.
Controleer de papierinstellingen op het scherm en druk op Start op het bedieningspaneel.
Er wordt een testgrafiek afgedrukt.
Druk op [Afdr.mod. afsl.] om terug te keren naar het scherm [Aanpassing afdrukken gammaverschuiving].
Herhaal stap 10 tot 13 tot het gewenste resultaat verkregen wordt.
Druk op [Terug] om terug te keren naar het scherm [Menu Kwaliteitsaanpassing].