Geef op of de machine moet worden gestopt voor een mogelijke papierstoring wanneer een verkeerde uitlijning van 4 mm of meer is gedetecteerd. U kunt ook opgeven of er al dan niet een boodschap moet worden weergegeven die informeert over een papierstoring.
Om de detectie van een papierstoring mogelijk te maken veroorzaakt door offset, moet [Det.pap.stor.niet-centr.], voorzien in de functie voor procesaanpassing in de papierinstelling, ook ingesteld worden op [Detecteren]. Als u de functie Procesaanpassing wil gebruiken, neem contact op met uw leverancier.
Volg onderstaande procedure Beheerdersinstelling voor het weergeven van het scherm [Beheerdersinstelling].
Druk op [Systeeminstelling] op het scherm [Beheerdersinstelling] en druk daarna achtereenvolgens op [Expert aanpassing], [Printeraanpassing] en [Inst.pap.stor.printopdr.].
Het scherm [Inst.pap.stor.printopdr.] wordt weergegeven.
Om de machine te doen stoppen wanneer deze een papierstoring detecteert, selecteer [Detecteren].
Om een bericht weer te geven over een papierstoring of een overlapte papierinvoer, selecteer [Weergeven].
Druk op [OK] om de instelling te voltooien.
Druk op [Annul.] om de wijziging te annuleren. In elk geval keert het scherm terug naar het scherm [Menu Printer aanpassen].