Deze machine kan worden ingeschakeld met een specifiek wachtwoord dat moet worden ingevoerd nadat u op Spaarstand hebt gedrukt op het bedieningspaneel, zelfs in de Uit-status volgens de Weektimer.
Dit gedeelte beschrijft hoe u een 4-cijferig wachtwoord kunt instellen dat vereist is om de machine tijdens niet-kantooruren te gebruiken. Wanneer dit wachtwoord is opgegeven en ingevoerd nadat op Spaarstand is gedrukt op het bedieningspaneel, biedt de machine u de mogelijkheid de gebruiksduur naar wens in te voeren.
Volg onderstaande procedure Beheerdersinstelling voor het weergeven van het scherm [Beheerdersinstelling].
Druk op [Systeeminstelling] op het scherm [Beheerdersinstelling] en druk daarna achtereenvolgens op [Instelling weektimer] en [Wachtwoord niet-kantooruren].
Gebruik de cijfertoetsen op het tiptoetsscherm of de cijfertoetsen op het bedieningspaneel om het gewenste 4-cijferige wachtwoord in te voeren.
Wanneer de wachtwoordinstelling "0000" is, kan de machine worden gebruikt door gewoon op Spaarstand te drukken op het bedieningspaneel tijdens de Uit-uren. In dit geval wordt u gevraagd een gebruiksduur in te voeren (een tijdsduur voordat de voeding van de machine opnieuw uitgeschakeld wordt). De fabrieksinstelling is 0000.
Druk op [OK] om de instelling te voltooien.
Druk op [Annul.] om de wijziging te annuleren. In elk geval keert het scherm terug naar het scherm [Instelling weektimer].