Startpagina Instellingen en aanpassingenInstelling Energiespaarfunctie: De energiespaarfunctie selecteren

Instelling Energiespaarfunctie: De energiespaarfunctie selecteren

Selecteer de te activeren energiespaarfunctie wanneer Spaarstand ingedrukt wordt op het bedieningspaneel. Selecteer ook de tijd voor het activeren van Auto spaarstand/Auto uitschakelen. U kunt ook de voorwaarde van Auto Activ. selecteren om de machine te activeren wanneer een afdrukopdracht ontvangen wordt tijdens Auto uitschakelen.

Auto spaarstand: [--- min.], [5 min.], [10 min.], [15 min.], [30 min.], [60 min.], [90 min.], [120 min.], [240 min.]

Auto uitschakelen: [---min.], [1 min.], [30 min.], [60 min.], [90 min.], [120 min.], [240 min.]

Voorw. auto activ.: [Alle opdrachten]

  1. Volg onderstaande procedure Gebruikersinstelling om het scherm [Gebruikersinstelling] weer te geven.

  2. Druk op [Systeeminstelling] op het scherm van [Gebruikersinstelling] en druk achtereenvolgens op [Energiespaarinstelling] en [Energiespaarfunctie].

  3. Selecteer handmatig de energiespaarfunctie die u wil instellen door te drukken op Spaarstand op het bedieningspaneel door te drukken op [Auto spaarstand] of [Auto uitsch.].

  4. Geef de tijdsperiode die moet verstrijken voor Auto Spaarstand wordt geactiveerd.

    • Gebruik de toetsen [] of [] onder [Auto spaarstand] rechts van het scherm om de gewenste periode te selecteren. De standaardinstelling is [--- min.].

    • Indien Auto Spaarstand niet nodig is, stel dan Auto uitsch. in op een andere tijd dan [--- min.] en selecteer [--- min.] voor Auto spaarstand.

    • De duur die voor de Auto Spaarstand is geselecteerd, kan niet langer zijn dan de duur voor Auto uitschakelen.

    • De gemarkeerde tijdsaanduiding in het gebied Auto spaarstand wordt donker wanneer dezelfde tijd als voor Auto uitschakelen is geselecteerd. In dit geval zal Automatische uitschakeling werken in plaats van Automatische omschakeling in spaarstandfunctie.

  5. Geef de tijdsperiode die moet verstrijken voor Auto uitsch. wordt geactiveerd.

    • Gebruik de toetsen [] of [] onder [Auto uitsch.] rechts van het scherm om de gewenste periode te selecteren.

    • Selecteer [---min.] om de functie Auto uitschakelen te deactiveren.
      Wanneer u Auto uitschakelen instelt op [--- min.], verandert de instelling van Auto spaarstand naar 5 min. en kunt u deze vervolgens wijzigen naar een andere tijd, behalve [--- min].

  6. Geef de voorwaarde voor auto. activ.

    • Als u op [Alle opdrachten] drukt om de knop te markeren, wordt de modus Uitschakelen automatisch vrijgegeven, zelfs tijdens Automatische uitschakeling en alle afdrukopdrachten kunnen worden uitgevoerd.

    • Als u de selectie van de knop ongedaan maakt, wordt de modus Uitschakelen automatisch vrijgegeven tijdens Automatische uitschakeling enkel indien de machine afdrukopdrachten ontvangt van PageScope Direct Print waardoor ze uitgevoerd kunnen worden. Om andere opdrachten uit te voeren, moet u de uitschakelmodus verlaten alvorens de machine te gebruiken.

  7. Druk op [OK] om de instelling te voltooien.

    • Druk op [Annul.] om de wijziging te annuleren. In elk geval keert het scherm terug naar het scherm [Energiespaarinstelling].