Start de Macintosh-computer.
Sluit alle geopende toepassingen.
Open de map waarin het stuurprogramma voor de printer zich bevindt.
Indien u het printerstuurprogramma niet hebt, neem contact op met uw leverancier.
Geef de map op met het stuurprogramma van de printer volgens de versie van uw BS.
De versies van het BS staan in de mapnamen. Voorbeeld.
Voorbeeld: [109_1010_1011] geeft aan dat het stuurprogramma voor de printer OS X 10.9/10.10/10.11 ondersteunt.
Dubbelklik op een bestand (pkg-bestand) in de map [WW_A4] of [WW_Letter]*.
Het installatieprogramma wordt gestart.
Om de installatie te annuleren, klik op [Cancel].
Klik op [[Continue]] volgens de instructies op de vensters die volgen tot het venster [Install] wordt weergegeven.
Klik op [Install] op het venster [Installation Type].
Het stuurprogramma voor de printer wordt op de computer geïnstalleerd. Wanneer de installatie voltooid is, wordt een bericht weergegeven.
Wanneer u gevraagd wordt tijdens de procedure om de gebruikersnaam en het wachtwoord in te voeren, voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in.
Klik op [Sluiten].
Dat voltooit de installatie van het stuurprogramma van de printer.
*Het verschil tussen [WW_A4] en [WW_Letter] is dat het papierformaat voor de uitvoer in de volgende voorwaarden A4 of Letter is. Wat u ook selecteert, u kunt dezelfde functies gebruiken.
Wanneer er zich een PS-fout heeft voorgedaan, wordt dit papierformaat uitgevoerd.
Wanneer een klantenformaat buiten bereik wordt geselecteerd, wordt het papierformaat automatisch veranderd naar dit formaat voor uitvoer.
Wanneer het waarschuwingsbericht over splitsing wordt weergegeven door het BS, zal dit papierformaat uitgevoerd worden.
Selecteer daarop een printer. -> Een printer toevoegen door een verbindingsmethode te selecteren