Om IPP-printen te gebruiken, moet u op voorhand de netwerkinstellingen voor de machine configureren.
Te configureren elementen | Beschrijving |
---|---|
IP-adres | Geef bij [TCP/IP-instellingen] van deze machine het IP-adres op. |
IPP-instelling | Stel bij [HTTP-serverinstelling] [IPP-instelling] op [Inschakelen]. |
Voor meer informatie over de netwerk-instellingen voor deze machine, zie NIC-instelling: de netwerkinformatie van de machine instellen.
Vooraleer u IPPS-afdrukken kan gebruiken, moet u een certificaat registreren op deze machine. U kunt het zelf ondertekend certificaat gebruiken dat vooraf geïnstalleerd is op deze machine.
Om het stuurprogramma te installeren, moet u de rechten van beheerder hebben.
Klik op [Starten] en daarna op [Apparaten en printers].
Klik in Windows Vista/Server 2008 op [Printers] onder [Configuratiescherm] - [Hardware en geluiden]. Wanneer het [Configuratiescherm] in klassieke weergave wordt geopend, dubbelklik dan op [Printers].
Selecteer op de werkbalk [Een printer toevoegen].
Klik in Windows Vista/Server 2008 op [Een printer toevoegen] op de werkbalk.
De wizard [Printer toevoegen] verschijnt.
Klik op [Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen].
De verbonden printers worden gedetecteerd.
Klik in het venster met het zoekresultaat op [De gewenste printer is niet vermeld].
Voer in het venster [Een gedeelde printer op naam selecteren] de URL voor de machine in het volgende formaat in en klik op [Volgende].
http://adres voor de machine/ipp
Voorbeeld: Wanneer het IP-adres voor de machine 192.168.1.20 is, http://192.168.1.20/ipp
Voer bij het opgeven van het gebruik van IPPS-afdrukken "https://hostnaam.domeinnaam/ipp" in. Geef voor "hostnaam.domeinnaam" de hostnaam en de domeinnaam op die geregistreerd zijn voor de gebruikte DNS-server.
Indien het certificaat voor de machine niet dat is dat werd uitgegeven door de certificerende instantie, moet u het certificaat voor de machine op het systeem van Windows Vista/Server 2008/7/Server 2008 R2 registreren als het certificaat van "Vertrouwde basiscertificeringsinstantie" voor de computeraccount.
Bij het registreren van een certificaat op deze machine, moet u bevestigen dat "hostnaam.domeinnaam" wordt weergegeven als de gewone naam van het certificaat.
Klik op [Schijf].
Klik op [Bladeren ...].
Selecteer de map met het stuurprogramma van de printer en klik op [Openen].
Klik op [OK].
Klik op [OK].
Volg de instructies op de vensters die volgen.
Indien het venster [Gebruikersaccountbeheer] verschijnt, klik dan op [Doorgaan] of [Ja].
Indien het venster van [Windows-beveiliging] verschijnt voor het controleren van de uitgever, klik dan op [Installeren].
Klik op [Finish].
Na het voltooien van de installatie moet u nagaan of het pictogram voor de geïnstalleerde printer wordt weergegeven in het venster [Apparaten en printers] of [Printers].
Dat voltooit de installatie van het stuurprogramma van de printer.
Eens de instellingen voor de printer werden geconfigureerd, kunt u de printer op dezelfde manier gebruiken als een algemene lokale printer.