U kunt het printerstuurprogramma installeren door de printer te zoeken op het netwerk of door een nieuwe printerpoort aan te maken.
Om Poort 9100, LPR of SB-printen te gebruiken, moet u de netwerkinstellingen voor de machine op voorhand configureren.
Te configureren elementen | Beschrijving |
---|---|
IP-adres | Geef bij [TCP/IP-instellingen] van deze machine het IP-adres op. |
RAW-poortnummer | Om met Poort 9100 af te drukken: |
LPD instelling | Om LPR-printen te gebruiken: |
SMB Setting | Om SMB-printen te gebruiken: |
Voor meer informatie over de netwerk-instellingen voor deze machine, zie NIC-instelling: de netwerkinformatie van de machine instellen.
Om SMB-printing te gebruiken in de IPv6-omgeving, moet [Instelling Direct Hosting] voor de machine ingeschakeld worden. Zie voor meer informatie Instelling direct hosting.
Om het stuurprogramma te installeren, moet u de rechten van beheerder hebben.
Vermits de printer wordt opgezocht tijdens de installatie, moet u deze machine met het netwerk verbinden alvorens deze in te schakelen.
Klik met de rechtermuisknop op het startscherm, klik op [Apparaten en printers] onder [Alle programma's] - [Configuratiescherm] - [Hardware en geluiden].
Klik in Windows 8.1/Server 2012 R2 op het startscherm op - [Configuratiescherm] - [Hardware en geluiden] - [Apparaten en printers].
Klik in Windows 10 met de rechtermuisknop op de startknop , klik op [Configuratiescherm] - [Hardware en geluiden] - [Apparaten en printers].
Selecteer op de werkbalk [Een printer toevoegen].
De wizard [Printer toevoegen] of [Een apparaat toevoegen] verschijnt.
Klik in het venster met het zoekresultaat op [De gewenste printer is niet vermeld].
Klik op [Een lokale of netwerkprinter toevoegen met handmatige instellingen].
Klik op [Een nieuwe poort maken] en selecteer het poorttype.
Om het LPR/Port9100-protocol te gebruiken, selecteer [Standaard TCP/IP-poort].
Om de SMB-verbinding te gebruiken, selecteer [Lokale poort].
Klik op [Volgende].
Geef het IP-adres en de poort op.
Om het LPR/Port9100-protocol te gebruiken, selecteer [TCP/IP-apparaat] en vul daarna het IP-adres in.
Om de SMB-verbinding te gebruiken, voer "\\NetBIOS naam\naam afdrukservice" in bij [Poortnaam].
Voer dezelfde NetBIOS-naam en naam afdrukservice in als opgegeven bij [SMB-instelling] - [Afdrukinstelling].
Klik op [Volgende].
Indien het dialoogvenster [Extra poortgegevens nodig] of Meer poortgegevens nodig verschijnt, ga naar Stap 10.
Indien het dialoogvenster [Installeer het stuurprogramma voor de Printer] verschijnt ga naar stap 14.
Selecteer [Aangepast] en klik daarna op [Instellingen].
Verander de instellingen volgens de poort en klik op [OK].
Selecteer voor LPR-verbinding [LPR] en voer daarna [Afdrukken] in bij het venster [Naam wachtrij:].
U moet daarbij het onderscheid maken tussen kleine en hoofdletters.
Selecteer voor Poort 9100 [Raw] en voer daarna een RAW-poortnummer in (standaardinstelling: [9100]) in de box [Poortnummer].
Indien zowel LPR als Poort 9100 ingeschakeld zijn op deze machine, wordt het stuurprogramma van de printer verbonden met deze machine met LPR.
Klik op [Volgende].
De pagina [Het stuurprogramma van de printer installeren] verschijnt.
Klik op [Schijf].
Klik op [Bladeren ...].
Selecteer de map met het stuurprogramma van de printer en klik op [Openen].
Klik op [OK].
Klik op [Volgende].
Volg de instructies op de vensters die volgen.
Indien het venster [Gebruikersaccountbeheer] verschijnt, klik dan op [Doorgaan] of [Ja].
Klik op [Finish].
Na het voltooien van de installatie moet u nagaan of het pictogram voor de geïnstalleerde printer wordt weergegeven in het venster [Apparaten en printers] of [Printers].
Dat voltooit de installatie van het stuurprogramma van de printer.