Interfaces die voor de aansluiting worden gebruikt
De volgende types interfaces zijn beschikbaar:
Ethernet
Deze wordt gebruikt voor een computer met netwerkverbinding.
Deze ondersteunt de standaarden 1000 Base-T, 100 Base-T en 10 Base-T. Daarnaast worden de protocollen TCP/IP (LPD/LPR, IPP, SMB), Web services, IPX/SPX (NetWare), Bonjour ondersteund.
USB-interface
Deze wordt gebruikt voor een computer met USB-verbinding. De USB-interface kan verbonden worden met een computer waarop Windows draait. Er wordt een USB-kabel gebruikt voor verbinding. Gebruik een USB-kabel van type A (4 pennen, mannelijk) of type B (4 pennen, mannelijk). Een USB-kabel van drie meter lang of minder wordt aanbevolen.
Aansluitingsschema
De printerkabels worden verbonden met elke poort van de image controller.
1. Ethernetpoort (1000 Base-T/100 Base-T/10 Base-T)
2. USB-poort