De machine kan tijdelijke data van afdrukopdrachten in het geheugen opslaan en stelt u daarna in staat deze te controleren op het scherm [OPDRACHTLIJST] voor uitvoer of ze te bewaren op de HDD.
De opdrachten bewaard op de HDD kunnen uitgevoerd worden van het scherm [HDD OPROEPEN], teruggestuurd worden naar het scherm [Opdracht vasthouden] en ook verwijderd worden van de HDD.
Dit gedeelte beschrijft het uitvoeren, kopiëren, verwijderen, opslaan op de HDD (HDD opslaan) en bewerken (Opdracht bewerken) van de vastgehouden opdrachten van het scherm [Opdracht vasthouden] van het scherm [OPDRACHTLIJST]. De procedures die worden uitgevoerd voor opdrachten bewaard op de HDD van het scherm [HDD OPROEPEN] worden ook beschreven, zoals afdrukken en verwijderen of het oproepen van opdrachten als een vastgehouden opdracht.
Verschil tussen vasthouden van opdrachten en opslaan van opdrachten op HDD
Vasthouden
Deze machine kan afdrukopdrachten vasthouden. Met opdracht vasthouden kunt u de instellingen veranderen aan de hand van het opdrachtticket, een pagina bewerken en uitvoeren. U kunt maximaal 500 opdrachten in het geheugen opslaan. De vastgehouden opdrachten worden in de HDD bewaard, ook wanneer de voeding van de machine wordt uitgeschakeld.
HDD Opslaan
Wanneer de vastgehouden opdracht bewaard is op de HDD, kunt u de opdrachten volgens map organiseren. Alvorens de opdracht die op de HDD opgeslagen is te bewerken, moet u de opdracht die op de HDD is opgeslagen oproepen met [HDD OPROEPEN] voor de vastgehouden opdracht.
Het maximale aantal op de HDD opgeslagen opdrachten
• Er kunnen tot 100 opdrachten in de hoofdmap van de HDD opgeslagen worden .
• Er kunnen tot 100 mappen aangemaakt worden in de hoofdmap van de HDD. (De mappen kunnen alleen in deze hiërarchie aangemaakt worden.)
• Tot 100 opdrachten kunnen in één map opgeslagen worden.
Voor informatie over het vasthouden van een afdrukopdracht, zie Venster Geavanceerde opties.