Klik op [OpenAPI Setting] op het menu van het tabblad [Network] om dit scherm weer te geven.
De inhoud van de instelling is dezelfde als wanneer u [Network Setting] - [NIC Setting] - [OpenAPI Setting] selecteert in de instelling Beheerder.
Dit scherm stelt u in staat om een instelling uit te voeren op de uitgebreide toepassing I/F (OpenAPI).
Voer een gewenst poortnummer in in het tekstvak [Port Number].
Selecteer [Non-SSL Only], [SSL Only] of [SSL/Non-SSL] uit de vervolgkeuzelijst [Use SSL/TLS]. (Dit element wordt niet weergegeven wanneer het toestelcertificaat niet geïnstalleerd is.)
Stel het poortnummer in om te gebruiken in de SSL-communicatie in [Port No.(SSL/TLS)]. (Dit element wordt niet weergegeven wanneer het toestelcertificaat niet geïnstalleerd is.)
Indien u certificaten wil controleren voor communicatie via SSL, geef dan aan of de te controleren items bevestigd moeten worden.
[Client Certificates]: Selecteert of de klanten die verbinding maken met het apparaat om een certificaat moeten worden gevraagd.
[Validity Period]: controleert of de geldigheidsperiode van het certificaat nog geldig is.
[CN]: controleert of de Common Name (CN) van het certificaat identiek is met het adres van de server.
[Key Usage]: controleert of het certificaat wordt gebruikt volgens het beoogde doel dat door de uitgever van het certificaat is goedgekeurd.
[Chain]: controleert of de keten van certificaten (pas) een probleem heeft. De keten wordt gevalideerd door te verwijzen naar de externe certificaten die op deze machine worden beheerd.
[Expiration Date Confirmation]: controleert of het certificaat is verlopen.
Klik op [OK]. Als u op [Cancel] klikt, wordt de instelling geannuleerd.
Klik op [OK]op het scherm instellingen voltooid.