Machine-instelling
Klik op [Machine Setting] op het menu van het tabblad [Maintenance] om dit scherm weer te geven.
Het scherm wordt gebruikt voor het invoeren van de apparaatnaam, de locatie en de informatie met betrekking tot de beheerder.
De opgegeven informatie wordt weergegeven onder [Device Information] - [Configuration Summary] in het tabblad [Information] op het scherm Gebruikersmodus.
Item | Beschrijving |
|---|---|
[Device Name] | Voer de naam van de machine in. Tot 255 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. |
[Device Location] | Voer de locatie in waar het apparaat is opgesteld. Tot 255 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. |
[Administrator Name] | Geef de naam van de beheerder op. Tot 8 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. |
[Extension No.] | Voer het toestelnummer van de beheerder in. Tot 5 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. |
[Admin. E-mail Address] | Voer het e-mailadres in van de beheerder. Tot 64 tekens met één byte kunnen gebruikt worden. |
[OK] | Klik om de instelling te voltooien. |
[Annuleren] | Keert terug naar de instellingen van voor het bewerken. |