U kunt een profielset exporteren van de image controller naar de [Lok.] computer of de [Netwerk] computer.
Klik op [Uitvoeren] op het scherm [Beheer kleurconfiguratie].
Het scherm [Color Centro Profiler] verschijnt.
Selecteer uit de boomstructuur en de lijst [Beheer van de bestaande profielsets] de Profielset om te verwijderen.
Voor meer details over het verbinden met een andere controller, zie Schakel de image controller over op Verbinden.
Wanneer u de informatie van de momenteel verbonden image controller opnieuw laadt, selecteer dan menu [Weergave] - [Oprieuw laden]. Het verversen verwijdert de aangepaste Profielset wanneer de Profielset nog niet geregistreerd werd in de image controller. Registreer de instellingen vooraleer u herlaadt, naarmate nodig. Zie voor meer informatie over het registreren ervan Een kleurconfiguratie selecteren.
Klik op [Exporteren].
Het scherm [Opslaan als] verschijnt.
Wanneer u meerdere profielsets selecteert, is [Kopie] niet beschikbaar.
Een gelijkaardige bediening kan worden uitgevoerd door het menu [Bestand] - [Exporten] te selecteren.
Geef een bestemming en een bestandsnaam op en klik daarna op [Opslaan].
De profielset wordt naar de bestemming geëxporteerd.
Selecteer op het scherm [Color Centro Profiler] uit het menu [Bestand] [Afsl.].
Het scherm [Beheer kleurconfiguratie] keert terug.