Dit onderdeel beschrijft hoe u aanpassingen kunt doorvoeren met het tabblad [Elke kleur aanpassen].
De geselecteerde combinatie, de instellingen voor de weergave en de instellingen van het aanpassingsdoel op het tabblad [Elke kleur aanpassen] bepalen het bereik van de aanpassing door de bediening van punten in de weergave van de curve.
Geef voor elke kleur aan of u de gradatiecurve wil weergeven of verbergen en of u de aanpassing uitvoert of niet, met het vakje [Weergave] en radioknop [Aanpassing] die weergegeven worden per item van de combinatie geselecteerd uit [Combination].
De gradatiecurves worden enkel weergegeven voor kleuren waarvoor [Weergave] is aangevinkt.
Wanneer [Aanpassing] geselecteerd is, kan de gradatiecurve van de geselecteerde kleur aangepast worden door het bedienen van de punten in de weergave van de curve.
Als u [Aanpassing] selecteert voor een kleur waarvoor [Weergave] niet automatisch is aangevinkt, wordt het vakje [Weergave] automatisch aangevinkt voor die kleur.
Klik op het tabblad [Elke kleur aanpassen] op het scherm [Aanpassing gradatiecurve].
De tabblad [Elke kleur aanpassen] verschijnt.
Selecteer [CMYK], [CMY/K] of [C/M/Y/K] uit [Combinatie].
Naargelang de selectie in [Combinatie] verschijnen het vakje [Weergave] per kleur en de radioknop [Aanpassing] per kleur.
Wanneer u de gradatiecurve van een kleur wil weergeven, vinkt u het vakje van die kleur aan.
Wanneer u de gradatiecurve van een kleur wil aanpassen, selecteer dan de radioknop van die kleur.
De gradatiecurve aanpassen door bediening van de punten in de weergave van de curve.
Wanneer u de bevestigingsafdruk uitvoert om het resultaat te bevestigen van de aanpassing van de gradatiecurve, ga naar Het resultaat van de aanpassing van de gradatiecurve bevestigen.
Wanneer u het tabblad [Elke kleur aanpassen] selecteert, kunt u de punten/basispunten gebruiken om aanpassingen aan te brengen.
Het punt (klein, zwart vierkant) verschijnt op beide uiteinden van de weergave van de curve. U kunt de gradatiecurve aanpassen door dit punt te verslepen.
U kunt het punt ook toevoegen door op de curve te klikken. U kunt de gradatiecurve aanpassen door dit toegevoegde punt (klein, rood vierkant) te verslepen.
Daarkaast kan de positie van 25%, 50% en 75% automatisch aan de curve toegevoegd worden als basispunten volgens de instellingen van het tabblad [Helderheid/Contrast]. U kunt de gradatiecurve aanpassen door dit basispunt te verslepen.
Deze punten en basispunten kunnen als volgt gebruikt worden voor aanpassing van de gradatiecurve;
De punten po beide uiteinden kunnen naar boven en naar beneden gesleept worden om de algemene helling te veranderen. Daarna kunt u het hele bereik van de uitgevoerde waarden aanpassen.
Voor aanpassing | Na aanpassing |
---|---|
Het 0-punt (beginpunt) en het punt 100 (eindpunt) kunnen niet naar links of rechts bewogen worden, maar het aangrenzende punt kan naar 1% of 99% verschoven worden. Wanneer u het bijgevoegde punt versleept dat aangrenst aan het eindpunt, kunt u het aangrenzende deel van beide uiteinden instellen op bijna (de uitgevoerde waarde).
Voor aanpassing | Na aanpassing |
---|---|
Als u de bijgevoegde/basispunten naar boven/links/rechts sleept, kunt u de ronde boog of een S-vormige curve instellen die op dit punt gecentreerd is. Wanneer de hele curve omgevormd wordt tot een ronde boog, gaat de helderheid omhoog. Wanneer de S-vormige curve vergroot wordt, wordt het contrast sterk. U kunt naar links of rechts slepen, binnen het bereik van het volgende van het vorige punt (waarde van de positie is 1% groter) naar voor het volgende punt (waarde van de positie is 1% minder).
Voor aanpassing | Na aanpassing |
---|---|
U kunt de complexe gradatiecurve instellen door het hierboven vermelde punt te verplaatsen/toe te voegen.
U kunt tot 15 punten toevoegen.
U kunt niet meerdere punten tegelijkertijd selecteren.
In de plaats van te verslepen, kunt u op de pijltjestoetsen duwen om een punt naar boven of beneden te verplaatsen.
Om een toegevoegd punt te wissen, selecteert u het punt en druk op de toets Wissen. U kunt ook op klikken om een bijgevoegd punt te verwijderen. U kunt het begin- en eindpunt evenwel niet verwijderen.
De draaivakjes tonen de waarden van het geselecteerde punt. Wanneer u het punt selecteert en de waarde invoert in de respectievelijke invoervakjes, kunt u het geselecteerde punt verplaatsen naar de opgegeven positie.