Dit onderdeel beschrijft hoe u aanpassingen kunt aanbrengen met het tabblad [Helderheid/Contrast].
De functie voor het aanpassen van de helderheid bestaat uit het aanpassen van de gradatiecurve door de middelste waarde van de helderheid voor de hele afbeelding te veranderen. De aanpassing van de helderheid is de aanpassing van de uitgevoerde waarde op het basispunt waar de ingevoerde waarde (horizontale as) in de curveweergave 50% is. Wanneer de schuiver naar rechts wordt verplaatst (wanneer de ingevoerde waarde in het vak groot is), worden de afbeeldingen helderder gemaakt en wanneer de schuiver naar links wordt verplaatst (wanneer de ingevoerde waarde in het vak klein is), wordt de afbeelding donkerder.
Indien u de [Helderheid] vergroot, worden de kleuren lichter.
De densiteit van de uitvoer voor de densiteit van invoer neemt af.
Indien u [Helderheidr] verlaagt, worden de kleuren donkerder.
De densiteit van uitvoer voor de densiteit van invoer stijgt.
De functie voor de aanpassing van het contrast bestaat uit het aanpassen van de gradatie voor het heldere gedeelte en het donkere gedeelte van de volledige afbeelding. De aanpassing van het contrast is de aanpassing van de uitgevoerde waarde op het basispunt waar de ingevoerde waardes (horizontale as) in de curveweergave 25% en 75% zijn. Wanneer de schuiver naar rechts wordt verplaatst (wanneer de ingevoerde waarde in het vak voor invoer groot is), wordt het contrast groter en wanneer de schuiver naar links wordt verplaatst (wanneer de ingevoerde waarde in het vak klein is), wordt het contrast kleiner.
Indien u [Contrast] verlaagt, worden de kleuren levendiger.
(S-vormige curve)
Indien u [Contrast] verlaagt, worden de kleuren vager.
(Omgekeerde S-vormige curve)
Voor meer details, zie Aanpassing gradatiecurve.
De aanpassing met het tabblad [Helderheid/Contrast] past elke kleur van CMYK collectief aan. Voor meer details over de aanpassing van elke kleur, zie Aanpassing van de gradatiecurves (elke kleur).
Klik op het tabblad [Helderheid/Contrast] op het scherm [Aanpassing gradatiecurve].
De tabblad [Helderheid/Contrast] verschijnt.
Sleep de schuiver [Helderheid] naar links/rechts. U kunt ook een waarde instellen tussen -25 en 25 (tot en met) in het vak [Helderheid].
De waarde van de aanpassing wordt weerspiegeld in de weergave van de curve en het voorbeeld van [Na aanpassing].
Sleep de schuiver [Contrast] naar links/rechts. U kunt ook een waarde instellen tussen -25 en 25 (tot en met) in het vak [Contrast].
De waarde van de aanpassing wordt weerspiegeld in de weergave van de curve en het voorbeeld van [Na aanpassing].
Bevestig het voorbeeld in [Na aanpassing] en herhaal stap 2 en 3 naarmate nodig.
Wanneer u elke kleur aanpast, ga naar Aanpassing van de gradatiecurves (elke kleur).
Wanneer u de bevestigingsafdruk uitvoert om het resultaat te bevestigen van de aanpassing van de gradatiecurve, ga naar Het resultaat van de aanpassing van de gradatiecurve bevestigen.