Startpagina ToepassingKalibreren

Kalibreren

Dit onderdeel beschrijft hoe u een grafiek kunt afdrukken en meten door middel van de geselecteerde colorimeter.

Naargelang de colorimeter verschillen de bedieningen. Raadpleeg de handleiding voor de gebruiker van de geselecteerde colorimeter voor meer details.

U kunt de colorimeter niet veranderen tijdens deze bediening.

  1. Klik op het scherm [Kalibratie manager] op [Start kalibratie].

    Het scherm [Kalibratie uitvoeren] wordt weergegeven.

  2. Klik op [Afdrukken].

    Het scherm [Grafiek afdrukken] verschijnt.

  3. Stel het aantal kopieën in en selecteer een papierlade.

    • Stel voor het aantal kopieën een waarde in tussen 1 tot en met 99.

    • De instellingen worden bewaard en weergegeven wanneer dit scherm de volgende keer wordt geopend.

    • Selecteer het vakje om de Engine Calibration uit te voeren.

  4. Klik op [Afdrukken].

    Het afdrukken van de grafiek wordt uitgevoerd. Het scherm [Start kalibratie] keert terug nadat het afdrukken voltooid is.

  5. Sluit de colorimeter aan op de computer.

  6. Klik op [Start].

    Een meting start.

    Na de meting wordt het resultaat weergegeven in de lijst en de gebieden in het voorbeeld zijn gekleurd.

    • Er verschijnt een bedieningspaneel voor de colorimeter. Volg de instructies op de vensters die volgen.

    • Als u een verkeerde lijn meet, verschijnt er een waarschuwing. U kunt ofwel opnieuw proberen met de juiste lijn of naar de volgende lijn gaan.

    • Klik op [Stoppen] om de meting te stoppen.

    • Na het verwerven van de meetdata wordt [Register] beschikbaar.

    • Voor het meten worden de gebieden in het grijs weergegeven, erna worden ze in kleur weergegeven.

    • De waarde van elke patch verschijnt in de lijst met meetresultaten.

    • Wanneer u op een kleurgebied in het voorbeeld klikt, wordt de overeenkomstige lijn geselecteerd in de lijst met meetresultaten. Anderzijds, wanneer u de lijn selecteert in de lijst met meetresultaten, wordt het overeenkomstige kleurgebied geselecteerd in het voorbeeld.

    • Zo nodig kunt u ook klikken op of om het meetresultaat te bewaren op de lokale schijf of het bewaarde meetresultaat te laden.

  7. Klik op [Register] en klik daarna op [OK] op het bevestigingsscherm.

    [Kalibratie uitvoeren] wordt gesloten en het scherm [Kalibratie manager] keert terug.

    Het meetresultaat wordt weergegeven in de lijst op het scherm [Kalibratie manager].

    • Om het scherm [Start kalibratie] te sluiten bij het verwijderen van het meetresultaat, selecteer Annuleren. Het scherm [Kalibratie manager] keert terug.

    • De lijst op het scherm [Kalibratie manager] toont alle meetresultaten tot het scherm [Kalibratie manager] gesloten of gereset wordt.

  8. Om het meetresultaat te bekijken, ga naar Meet de accuraatheid van de kalibratie.