Het startscherm is beschikbaar wanneer de Color Centro gestart is. Het Startscherm is het eerste scherm van Color Centro.
Nr. | Naam | Beschrijving |
---|---|---|
1 | Kalibratie | Geeft het scherm [Kalibratie] weer. Dit scherm bevat functies voor het verbeteren van de accuraatheid en de stabiliteit van het afdrukken in kleur. Voor specifieke instructies, zie Kalibratie. |
2 | Beheer kleurconfiguratie | Geef het scherm [Beheer kleurconfiguratie] weer. Met dit scherm kunt u verschillende instellingen voor het afdrukken in kleur in sets beheren. Voor specifieke instructies, zie Beheer kleurconfiguratie. |
3 | Spotkleur | Geeft het scherm [Spotkleur] weer. Met dit scherm kunt u de uitvoerkleur voor een puntkleur aanpassen. Voor specifieke instructies, zie Spotkleur. |
4 | Profielbeheer | Geeft het scherm [Profielbeheer] weer. Hiermee beheert u de instellingen voor kleurconversie. Voor specifieke instructies, zie Profielbeheer. |
5 | Aanpassing gradatiecurve | Geeft het scherm [Aanpassing gradatiecurve] weer. Met dit scherm kunt u de kleurschakering van een uitvoerbeeld aanpassen. Voor specifieke instructies, zie Aanpassing gradatiecurve. |
6 | Standaard kleurinst. | Geeft het scherm [Standaard kleurinet] weer. Met dit scherm kunt u de standaard voor de instellingen voor de kleurconversie van de image controller opgeven. Voor specifieke instructies, zie Standaardinstellingen kleur. |
7 | Alternatief kleurbeheer | Geeft het scherm [Alternatief kleurbeheer] weer. Met dit scherm kunt u een specifieke kleur door een andere kleur vervangen. Voor specifieke instructies, zie Alternatief kleurbeheer. |
8 | Statusbalk | Geeft de systeemnaam en het IP-adres van de bestemming weer. De statusbalk op elk scherm toont ook dezelfde informatie. |
De volgende menu's zijn beschikbaar op het Startscherm.
Menu | Menu-items | Beschrijving |
---|---|---|
[Bestand] | [Instelinfo afdrukken] | Drukt de lijst van kleurinstellingen in voor de verbonden image controller. Voor specifieke instructies, zie Druk de instellingen van de verbonden image controller af. |
[Configuratie-instellingen] | Hiermee kunt u het gewenste monitorprofiel selecteren om te gebruiken voor de schermen van Color Centro. Voor specifieke instructies, zie Specificeer de omgeving op Color Centro Profiler. | |
[Afsl.] | Color Centro afsluiten. Voor specifieke instructies, zie Color Centro verlaten. | |
[Bewerken] | [Kalibratie] | Geeft het scherm [Kalibratie] weer. Dit scherm bevat functies voor het verbeteren van de accuraatheid en de stabiliteit van het afdrukken in kleur. |
[Aanpassing gradatiecurve] | Geeft het scherm [Aanpassing gradatiecurve] weer. Met dit scherm kunt u de kleurschakering van een uitvoerbeeld aanpassen. | |
[Spotkleur] | Geeft het scherm [Spotkleur] weer. Met dit scherm kunt u de uitvoerkleur voor een puntkleur aanpassen. | |
[Alternatief kleurbeheer] | Geeft het scherm [Alternatief kleurbeheer] weer. Met dit scherm kunt u een specifieke kleur door een andere kleur vervangen. | |
[Standaard kleurinet] | Geeft het scherm [Standaard kleurinet] weer. Met dit scherm kunt u de standaard waarden instellen voor de instellingen voor kleurconversie van de image controller. | |
[Beheer kleurconfiguratie] | Geef het scherm [Beheer kleurconfiguratie] weer. Met dit scherm kunt u verschillende instellingen voor het afdrukken in kleur in sets beheren. | |
[Profielbeheer] | Geeft het scherm [Profielbeheer] weer. Hiermee beheert u de instellingen voor kleurconversie. | |
[Printer] | [Wijzig verbinding] | Geeft het scherm [Printer aansl.] weer. U kunt veranderen met welke image controller Color Centro verbinding maakt. |
[Help] | [Help] | Verklaart elke functie en het bijbehorende scherm. |
[Versie-informatie] | Geeft de versie van Color Centro weer. |