Om Color Centro te gebruiken, moet u eerst de instelling uitvoeren.
De instelling verwijst naar een aantal voorbereidende procedures, van het verbinden van de image controller met de computer tot het installeren van Color Centro op uw computer.
Verbind de image controller en de computer met het netwerk.
Controleer of de computer die moet worden gebruikt met het netwerk is verbonden.
Controleer het IP-adres van deze machine en het poortnummer in [JSP Instelling].
Zie voor meer informatie Instellingen van de image controller.
Color Centro installeren.
Zie voor meer informatie Installatie van Color Centro.
Geef de netwerkpoort op van het printerstuurprogramma op basis van de verbindingsmethode.
Wanneer u de kalibratie uitvoert met een colorimeter, installeer dan het stuurprogramma van de colorimeter. Voer na de installatie de meettest uit en controleer of er geen probleem is met de verbinding.
Er zijn twee types functies voor de kalibratie van de Color Centre: Gewoon en geavanceerd. De geavanceerde kalibratie heeft 2 opties: Exacte kleurenkalibratie en G7-kalibratie. Standaard is Exact Color geselecteerd. Als u de instelling naar G7-kalibratie wil veranderen, neem dan contact op met uw vertegenwoordiger.
Zie voor meer details over de interface Interface.
Zie voor meer details over de netwerkinstellingen en het IP-adres van de image controller NIC-instelling: de netwerkinformatie van de machine instellen.
Zie voor meer details over de geavanceerde kalibratie Types kalibratie.